Ontwikkelingshulp is geen substituut voor emigratie

Ontwikkelingshulp wordt in Westerse landen vaak voorgesteld als de meest humane, maar op termijn ook de meest effectieve maatregel om immigratiedruk te verminderen. Creëer economische opportuniteiten in landen waar de immigranten vandaan komen, zodat ze meer redenen hebben om in hun thuisland te blijven, luidt de ogenschijnlijk logische redenering.

Na de immigratiepiek in 2015 creëerde de Europese Unie een Trust Fund van 4.7 miljard euro met het expliciete doel om “de hoofdoorzaken van de migratie aan te pakken”, deels door “economische opportuniteiten in Afrika te creëren”.

In twee recente papers van het Center for Global Development halen Michael Clemens en Mariapia Mendola deze redenering onderuit. (samenvattend artikel)

In Migration from Developing Countries: Selection, Income Elasticity, and Simpson’s Paradox, waarin ze 99 landen met laag tot midden inkomen onderzoeken, vonden Clemens en Mendola dat mensen meer geneigd zijn om te emigreren naarmate ze rijker (of minder arm) worden.

Om de logica van deze ogenschijnlijke paradox te verklaren, vergelijken de auteurs emigratie met een investering in de toekomst zoals hoger onderwijs. In principe zouden rijkere mensen minder nood hebben aan hoger onderwijs, omdat ze toch al een behoorlijk inkomen hebben. We weten dat het omgekeerde gebeurt.

Het effect dat vooral rijkere mensen emigreren, leidt ook tot een positieve selectie. Immigranten zullen doorgaans relatief productiever zijn.

In een tweede paper, The Emigration Life Cycle: How Development Shapes Emigration from Poor Countries, toont Clemens aan dat dat effect niet alleen speelt in een vergelijking tussen landen, maar ook binnen een land en over de tijd.

Als armere landen economisch groeien, zullen hun inwoners, tot een bepaald inkomen, meer geneigd zijn te emigreren.
De emigratieratio, het percentage van mensen die in een land geboren zijn maar niet meer in het land leven, stijgt van 4 procent in de armste landen tot 11 procent in landen met een bruto binnenlands product van 10,000 dollar per hoofd. Boven dat inkomen daalt de ratio.

Clemens bestudeerde het effect over een langere tijdsperiode en in verschillende landen en vond telkens hetzelfde patroon.
Het is een patroon dat andere onderzoekers ook al hadden gevonden en dat Tim Hatton en Jeff Williamson de emigration life cycle noemen. Clemens en eerder onderzoek tonen aan dat die emigration life cycle al twee eeuwen lang bestaat. Ook de Europese emigratie naar de VS volgde dat patroon.

De emigration life cycle ziet er dus hetzelfde uit binnen een land over de tijd als tussen landen met verschillende inkomens.
De conclusie is dat emigratie onlosmakelijk verbonden is met ontwikkeling en dus dat ontwikkeling(shulp) geen substituut kan zijn voor emigratie.


Daniel Defoe en de Palatijnse vluchtelingen

Vluchtelingenverhaal uit de 18de eeuw, met een merkwaardige rol voor Daniel Defoe en interessante parallellen met vandaag. Via de Britse economische historicus Anton Howes.

In 1709 arriveerden 14,000 vluchtelingen uit het Paltsgraafschap aan de Rijn in Londen. Ze waren op de vlucht voor religieuze vervolgingen door de Fransen. De Poor Palatines, zoals ze snel werden genoemd in Engeland, zorgden meteen voor een debat. Heel wat stemmen pleitten ervoor hen door te sluizen naar Ierland of de Amerikaanse kolonies. Amerika was trouwens de ultieme bestemming waar de meeste Palatijnen zelf naartoe wilden. In Engeland waren ze dus transitmigranten.

De meeste vluchtelingen waren arm en ongeschoold en veel Engelsen vreesden dat ze werk zouden afnemen en de lonen zouden verlagen van de lokale bevolking.

Daniel Defoe, die tien jaar later Robinson Crusoe zou schrijven, had een ambitieuzer idee. Hij stelde voor een nieuwe stad of nederzetting te bouwen in Lyndhurst, in het New Forest bij Southampton. Een charter city avant la lettre.

De Engelsen hadden volgens Defoe niets te vrezen van de vluchtelingen, integendeel. Hun motieven waren zuiver; ze zouden Engeland rijker maken in plaats van armer.

From these distresses they look abroad for an asylum, a place of rest, a land where liberty is established, and property secured; where what their industry has gained the government will permit them to enjoy; where they may reap what they sow, and eat what they earn — where they may call their souls their own, and may not starve in the midst of plenty. — And this they have been told, is to be obtained in England, above all the nations of the earth. — And to this end they fly hither — this is the true, genuine and only design of their coming.

Daniel Defoe (1709). A Brief History of the Poor Palatine Refugees

Defoe had zijn plan helemaal uitgetekend. Twintig Palatijnse families zouden een gebied van 16 vierkante kilometer kunnen ontginnen, waarop ze de eerste twintig jaar geen belastingen zouden moeten betalen. Ze zouden een startkapitaal krijgen, en andere vluchtelingen als werknemers in dienst kunnen nemen.

Zijn basis economisch inzicht, waarvan hij in Robinson Crusoe ook blijk zou geven, vatte hij samen in de boutade:

The more people, the more trade; the more trade, the more money; the more money, the more strength; and the more strength, the greater a nation.

Het is een inzicht dat niet zou misstaan in veel hedendaagse debatten over vluchtelingen.

Defoes plan haalde het niet. De vluchtelingen kwamen eerst terecht in kampen in Blackheath en Camberwell en werden later verspreid over onder meer Ierland en Amerika. In 1710 zette Engeland 3,000 Palatijnen op tien schepen naar New York.