Economische dreunen

De Leuvense econoom André Decoster onderzoekt economische dreunen in België van 1846 tot 2020. Conclusies: 1) de inzinking die we nu meemaken, is inderdaad ongezien voor deze generatie 2) dat gebeurt weliswaar op een, vanuit historisch perspectief, hoog welvaartsniveau. Maar dat maakt het absolute welvaartsverlies natuurlijk des te groter. Paul De Grauwe tweet dat hij de optimistische voorspelling voor 2021 uit de grafiek zou laten. “Het kan maar het kan ook niet”.

groei-bbp-per-capita-1847-2021

Dinsdagse gevarieerde links

  • De Morgen herpubliceert het opiniestuk dat Jonathan Holslag schreef bij de opening van de Primark in Brussel in 2014. Citaat: “Wat goedkoop is, verkoopt. Dumpwinkels schieten dan ook als paddenstoelen uit de grond.” Zoek de andere twaalf kemels tegen basis economische logica. Proef het dédain voor het volk dat daar gisteren stond aan te schuiven. De Morgen vermeldt trots dat het stuk het meest gelezen opiniestuk ooit was. En zet daaronder een button met “Lees alle artikels vier weken gratis”.
  • De onafhankelijke Europese economische denktank Breugel publiceert een continu geüpdatete dataset van alle fiscale overheidsmaatregelen tegen de Corona-crisis in EU-landen, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Enkel maatregelen die al in voege zijn.

Zaterdag quote

The economist and historian Richard Easterlin has argued convincingly that, when we try to match the onset of economic growth with the improvements in health, the timing is wrong … The improvement of public health required action by public authorities, which required political agitation and consent and could not have been accomplished through the market alone, although rising incomes certainly made it easier to fund often costly sanitary projects.

Angus Deaton (2013). The Great Escape. Health, wealth and the origins of inequality, p 93

Zeg niet: social distance …

Social distance en social distancing hebben niet altijd de positieve connotatie gehad die ze zeer recent hebben gekregen, toont Lily Scherlis aan in A Social History of Social Distancing.

In de 19de eeuw werd social distance gebruikt als eufemisme, door de Britten voor klasse en door de Amerikanen voor ras.

In 1924 ontwierp de Amerikaanse socioloog Emory Bogardus (en hier) de Social Distance Scale. Die schaal, die vandaag nog gebruikt wordt, meet vooroordelen tegenover bepaalde groepen of rassen door respondenten te vragen naar de meest intieme relatie die ze zouden aanvaarden met iemand van een bepaalde groep:

  • Verwantschap door huwelijk
  • In mijn club als persoonlijke vrienden
  • In mijn straat als buren
  • Als collega in mijn beroep en mijn land
  • Als burger in mijn land
  • Enkel als bezoeker aan mijn land
  • Zou hen uitsluiten van mijn land

Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw werd social distance ook gebruikt in de psychiatrie, de antropologie en de biologie, telkens met diverse doeleinden.

Scherlis vond het vroegste gebruik in de huidige betekenis in 2004 , door het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC), dat nu zwaar onder vuur ligt, in een artikel over SARS.

Overigens vind ik physical distancing een geschiktere term.


Vrijdagse gevarieerde links

Ommegang
Ommegang in Brussel (1615), Denis van Alsloot (c.1570–c.1626). Via Tom McGlynn

Dinsdag quote

“If you think about it. People with glasses are literally paying to use their eyes. Capitalism is a bitch.” Shortly after it was posted, it had accumulated 257,000 likes.

Tyler Cowen (2019). Big Business: A Love Letter to an American Anti-Hero, p 9

Test & Trace en dan?

We gaan binnenkort massaal testen en dan tracen.

Ik blijf nog altijd met onbeantwoorde vragen zitten.

  1. Meest prangende vraag: Test & Trace en dan? Heb ik het juist voor dat daar enkel Isolate op kan volgen als Test & Trace effectief wil zijn? Maar dan:
  2. Hoe gaan we isolate organiseren? Gaan we mensen vragen zich vrijwillig te isoleren? Hoe gaan we dat controleren en eventueel sanctioneren? In Singapore lossen ze dat eenvoudig op: S’porean man charged in court for leaving home 30 minutes before quarantine ended to get breakfast (via Marginal Revolution). Maar hier gaat dat toch niet lukken? We moeten dus wellicht naar een regime van supported isolation gaan? Hoe groot is die support en vanwaar komt die? Hoe zorgen we ervoor dat de support niet groter is dan de incentive om gewoon te gaan werken? Waar gaan we buitenlanders isoleren?
  3. Wie gaan we testen? Hoe vaak? Hoe geven we mensen de juiste incentives om zich te laten testen? Altruïsme zal hier zeker een rol spelen, maar niet eindeloos.
  4. Wie gaat er testen? Enkel de overheid? Welke overheid? Kunnen bedrijven ook op eigen initiatief testen? Tracen toch niet?
  5. Stel: Jij, of iemand met wie je in contact geweest bent, wordt positief getest. Achteraf blijkt dat een false positive te zijn. Maar ondertussen ben je wel geïsoleerd, mag je niet meer gaan werken. Wie is verantwoordelijk? De producent van de test? De testafnemer? De overheid? Als ik een tester was, zou ik een garantie willen dat ik niet kan worden aangeklaagd voor false positives en de gevolgen daarvan. Biedt de huidige wetgeving mij genoeg waarborgen?
  6. Wat met mogelijke misbruiken? Als ik positief getest word, en ik vertel in mijn tracing-interview dat ik gisteren iemand gekust heb, wordt die dan in verplichte isolatie geplaatst?

Meer dan waarschijnlijk – hopelijk – hebben de experten die dit aan het organiseren zijn antwoorden op de meeste van die vragen. Maar de logistiek van Test & Trace is al een gigantische uitdaging. Ik zie eerlijk gezegd niet hoe we de logistiek van Isolate kunnen organiseren.


Zaterdag quote

The economic doctrine of normal profit, vaguely apprehended by everyone, is a necessary condition for the justification of capitalism. The businessman is only tolerable so long as his gains can be held to bear some relation to what, roughly and in some sense, his activities have contributed to society.

John Maynard Keynes (1923). A Tract on Monetary Reform.

Zaterdagse gevarieerde links

  • Het British Museum stelt op zijn website 1.9 miljoen beelden in hoge resolutie beschikbaar onder een Creative Commons licentie.
  • De Amerikaanse Library of Congress stelt haar archief van meer dan honderd jaar audiofragmenten ter beschikking van hip-hop artiesten in Citizen DJ (nog in beta), een project van innovator in residence Brian Foo.
  • Kevin Kelly, mede-oprichter en nu Senior Maverick van Wired, wordt 68 en geeft 68 stukjes ongevraagd advies. Mijn twee favorieten: “Being enthusiastic is worth 25 IQ points” en “Always demand a deadline. A deadline weeds out the extraneous and the ordinary. It prevents you from trying to make it perfect, so you have to make it different. Different is better.”
  • Why we can’t build: Politiek columnist en mede-oprichter van Vox Ezra Klein borduurt voort op Marc Andreessen’s It’s Time to Build. Technologiejournalist Ben Thompson merkt in How Tech Can Build op dat in Andreesens manifest eigenlijk een verdoken kritiek zit op Silicon Valley, dat zich teruggetrokken heeft in een virtuele wereld waar innovatie en building niet gehinderd worden door de beperkingen van de echte wereld.
  • Stanley Johnson valt Londense uitgevers lastig opdat ze zijn roman uit 1982, The Marburg Virus, over een viruspandemie, zouden heruitgeven. Het is naar het schijnt niet zo’n goed boek. Stanley Johnson is de vader van Boris.

Dinsdag quote

Many policy prescriptions are themselves no more than metaphors. Both the centralizers and the privatizers frequently advocate over-simplified, idealized institutions – paradoxically, almost ‘institution-free’ institutions. An assertion that regulation is necessary tells us nothing about the way a central authority should be constituted, what authority it should have, how the limits on its authority should be maintained, how it will obtain information, or how its agents will be selected, motivated to do their work, and have their performances monitored and rewarded or sanctioned. An assertion that private property rights are necessary tells us nothing about how that bundle of rights is to be defined, how the various attributes of the goods involved will be measured, who will pay the costs of excluding non-owners from access, how conflicts over rights will be adjudicated…

Elinor Ostrom (1990). Governing the Commons: The Evolution of Institutions for Collective Action, p 22

Economische historicus Melissa Dell wint Baby Nobelprijs

Melissa Dell van Harvard University wint dit jaar de John Bates Clark Medal. De American Economic Association reikt de John Bates Clark Medal, die vaak de Baby Nobelprijs wordt genoemd, elk jaar uit aan wie zij de meest invloedrijke economist jonger dan 40 jaar vindt. The Economist noemde haar in 2018 al een van de top acht jonge economisten van het decennium.

Melissa Dell onderzoekt hoe economische ontwikkeling kan worden verklaard door historische instellingen (institutions). Ze heeft ook onderzoek gedaan in het domein van klimaateconomie.

Uit de aankondiging van de American Economic Association:

A central question in history, political economy and economic development is the role that institutions play in the development of different societies. Through her pioneering careful and creative data collection and empirical work, Melissa Dell has advanced our understanding of the role state and other institutions play in the daily lives of and economic outcomes of ordinary people. In doing so she has also given a new energy and direction to the entire field of political economy and development.

In Trafficking Networks and the Mexican Drug War (American Economic Review, 2015), onderzocht Dell de invloed van de Mexicaanse drugoorlog op lokale ontwikkeling.

In haar meest recent gepubliceerde artikel, The Development Effects of the Extractive Colonial Economy: The Dutch Cultivation System in Java (The Review of Economic Studies, 2020, samen met Benjamin Olken), onderzoekt ze de langetermijneffecten van de Nederlandse suikerproductie in Java in de 19de eeuw. Ze komt tot de bevinding dat gebieden in de buurt van de 19de eeuwse suikerfabrieken in Java vandaag meer geindustrialiseerd zijn, betere infrastructuur en onderwijs hebben en rijker zijn dan andere gebieden waar geen suikerproductie plaatsvond.

Het is zeer bemoedigend dat de John Bates Clark Medal naar een economisch historicus gaat.


Zaterdag quote

Technically, our globalised economic model performs well. It produces a lot of wealth. But it doesn’t need the majority of the population to function. It has no real need for the manual workers, labourers and even small-business owners outside of the big cities. Paris creates enough wealth for the whole of France, and London does the same in Britain. But you cannot build a society around this.

Christophe Guilluy, ‘The gilets jaunes are unstoppable’ (2019)

Vrijdagse gevarieerde links

  • It’s Time to Build. Nu ook in podcast. Passionele oproep van Marc Andreessen, oprichter van onder meer Mosaic en Netscape, en nu partner van venture capital firma Andreessen Horowitz. Over de top Amerikaans, maar wel rake punten, onder meer over onderwijs.
  • Roadmap to pandemic resilience. Nu ook met samenvattende video. Van het Edmond J. Safraz Center for Ethics van Harvard University. Multidisciplinair. “It’s the most detailed plan I have yet seen on how to ramp up testing and combine with contract tracing and supported isolation to beat the virus. Via Alex Tabarrok, die een van de auteurs is. Weet ik veel. Maar ik vraag me dus wel af of ons re-entry team dit gezien en beoordeeld heeft.

Informatie overload in crisistijd

Ik heb noch de tijd noch de expertise om alles wat dezer dagen over Corona online wordt gepubliceerd te lezen, laat staan te cureren, laat staan te beoordelen, maar:

  • Er wordt zéér veel online gepubliceerd, en zeer snel. Vanuit mijn beperkt zicht vooral in het Engels
  • Heel wat van die publicaties lijken mij waardevol. Ik betrouw daar minimaal op mijn eigen oordeel en voor het grootste deel op het oordeel van mensen die wel de tijd en de expertise hebben om het allemaal te volgen
  • Een deel van die op het eerste gezicht waardevolle publicaties wordt geschreven door niet-epidemiologen (economisten godbetert, statistici, gewoon slimme mensen die zich in het probleem verdiept hebben). Lees bijvoorbeeld dit heel boeiend relaas van een Amerikaanse softwareontwikkelaar die in Japan woont en die samen met een groep gelijkgestemden erin geslaagd is de Japanse overheid van koers te doen veranderen. Via Tyler Cowen, die een rol gespeeld heeft in de verspreiding van hun informatie. De publication space die dus te overzien en uit te filteren is, is groter dan enkel de goed georganiseerde publication space van louter wetenschappelijke artikels
  • De normale gang voor wetenschappelijke publicaties, waar elke publicatie peer-reviewed moet zijn, werkt niet, gezien de nood aan snelheid
  • Ik denk dat het enggeestig en onverantwoord is om nu te zeggen “schoenmaker blijf bij je leest”. Alle goede ideeën zijn welkom, ook al betekent dat dat we heel wat ruis en rommel moeten uitfilteren
  • Een told you so houding is al even enggeestig en onverantwoord

Enstige vragen: Hoe verloopt de informatiescanning, -filtering en -doorstroming vanuit die internationale gemeenschap naar onze Belgische epidemiologen? Is er een team dat zich daar full time mee bezighoudt? Hoe groot is dat team? Welk soort mensen zit daarin? Hoe slim zijn zij? Welke tools gebruiken zij? Hoe verloopt de filtering en de doorstroming naar mensen die beslissingen moeten nemen? Hoe ontvankelijk zijn onze epidemiologen voor niet-“wetenschappelijke” inzichten of van inzichten die van niet-epidemiologen komen?

Ik zou dit echt heel graag willen weten. Uit interesse voor hoe informatiecuratie georganiseerd wordt in een situatie waarin er extreme informatie overload is en extreme tijdsdruk. En om mij ietwat geruster te voelen dan als ik er fingers crossed op zou betrouwen dat onze epidemiologen het altijd “juist” hebben.

Heel binnenkort, hopelijk nu al, kunnen dezelfde vragen gesteld worden over economische informatie over de re-entry. Mijn inschatting is dat economisten het moeilijker zullen hebben dan epidemiologen om ontvankelijk te zijn voor potentieel waardevolle ideeën die van niet-economisten (wat is dat?) komen.