De basisvaststelling is al een twintigtal jaar dat we meer en meer uitgeven aan een onderwijs dat Pisatest na Pisatest mindere kwaliteit aflevert.
In de grafiek wordt de evolutie van het budget gemeten op de linkeras (1,000 euro), die van de kwaliteit op de rechteras.
Het Vlaamse onderwijsbudget is goed voor een kwart van de Vlaamse begroting. Een deel van de stijging van het budget wordt weliswaar verklaard door een uitbreiding van Vlaamse onderwijsbevoegdheden en van de “consolidatieperimeter”. Maar de trend blijft.
De Amerikaanse (socialistische) criticus Freddie deBoer zoekt naar nuances in het debat over de link tussen uitgaven en kwaliteit, in Amerikaans en internationaal perspectief. “Er is meer onderzoek nodig.” Maar ook hij moet toegeven dat het met de huidige resultaten moeilijk is nog verdere stijgingen van het onderwijsbudget te vragen.
De PISA-resultaten moeten natuurlijk geïnterpreteerd worden. Ze meten om te beginnen enkel vaardigheden van 15-jarigen. Maar die bepalen wel degelijk de kwaliteit van de instroom in het hoger onderwijs.
En het hoger onderwijs heeft ook andere problemen. In de VS werken 40 procent van de pas afgestudeerden in jobs waarvoor ze overgekwalificeerd zijn. Heeft de massafixatie op meer en beter (hoger, academisch) onderwijs geleid tot een grote valse belofte?
The Economist herinnert er in een recent artikel aan dat onderwijs een “positioneel goed” is: wat er toe doet, is niet of je het hebt of niet, wel of je er meer en beter van hebt dan je “concurrenten”. Dat leidt, in sommige landen al meer dan andere, tot een wedloop waarbij kinderen, vaak met privé bijlessen, steeds harder moeten presteren in een race die nooit iedereen kan winnen.
De Amerikaanse economist Bryan Caplan ging in 2018 met zijn grondig geresearched boek The Case against Education: Why the Education System Is a Waste of Time and Money, nog verder. Onderwijs heeft hoe langer hoe meer enkel een “signaalfunctie”: een diploma toont dat je in het algemeen een attitude hebt die je geschikt maakt voor de arbeidsmarkt, maar is geen bewijs van specifieke vaardigheden.
Zijn conclusies gelden voor het onderwijsbeleid in het algemeen eerder dan voor elke individuele student:
The most important implication of the signaling model is that we spend way too much money on education. Education spending at all levels should be drastically reduced, and people should enter the labor force at much younger ages.
En:
The education we offer should be more vocational [beroepsgericht onderwijs]. Especially for weaker students, vocational education has a higher private and social return than traditional academic education.