Hoger onderwijs is (dan toch, contra OESO) *geen* geldkraan voor de overheid

De Leuvense onderzoekers in Onderwijseconomie Koen Declercq en Erwin Ooghe bekijken in een Leuvens Economisch Standpunt en een paper kritisch een OESO-studie kritisch die berekent dat investeringen in het hoger onderwijs in België zich zeer fors terugverdienen via hogere belastingen en sociale bijdragen van hoger opgeleiden.

Het OESO-rapport Education at a Glance is een gezaghebbende bron voor internationale vergelijkingen van structuur en financiering van het onderwijs in de 37 OESO-landen. Education at a Glance berekent dat een Belgische student hoger onderwijs gemiddeld 57,500 dollar kost aan de overheid, via subsidies aan de instellingen van het hoger onderwijs, waardoor de inschrijvingsgelden laag kunnen worden gehouden.

De OESO stelt tegenover deze kosten een baat van 252,000 dollar, een veelvoud van liefst 4.4 tegenover de kosten, vooral door de hogere opbrengsten aan belastingen en sociale bijdragen over de loopbaan van de hoger opgeleiden.

Is het hoger onderwijs dan een melkkoe voor de overheid? Niet echt, stellen de onderzoekers. De cijfers van de OESO moeten geïnterpreteerd worden en zijn minstens voor een deel gebaseerd op onrealistische veronderstellingen.

Zo gaat de OESO er in haar berekeningen van uit dat iedereen slaagt in het hoger onderwijs, wat manifest onjuist is, en dat zonder subsidies niemand zou deelnemen aan het hoger onderwijs, eveneens onjuist. De OESO houdt ook geen rekening met het “perverse” effect dat de lonen van hoger geschoolden zullen verlagen als er meer hoger geschoolden op de markt zouden komen.

Met meer realistische veronderstellingen en bijkomende data berekenen de auteurs dat:

  • Voor elke euro subsidie gemiddeld gezien 1,08 euro terugvloeit naar de overheid. Dit is een stuk lager dan de 4,4 euro die de OESO berekende, maar is toch nog net iets groter dan één. Met andere woorden, gemiddeld gezien betaalt de subsidiëring van het hoger onderwijs zich min of meer terug, en
  • Om te weten of we massaal meer moeten investeren in hoger onderwijs, moeten we naar de marginale opbrengstvoet kijken. Voor een extra euro subsidie vloeit 0,73 euro terug naar de overheid. Dit betekent dat, gegeven het huidige niveau van subsidiëring, een extra euro subsidie grotendeels (73%) gerecupereerd wordt, terwijl het overige deel (27%) een netto-kost is voor de overheid.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *