*Verschuivingen*

Ik wil niet de man worden die beweert dat alles vroeger beter was“, zegt auteur Stefan Hertmans in een interview in De Standaard naar aanleiding van de publicatie van zijn verzameling korte essays vorig jaar.

De afnemers van het interview maakten van het “vroeger alles beter” citaat van Hertmans de titel van hun artikel. Een beetje stout, denk ik. Want dat vroeger alles beter was, is helaas wel een terugkerend motief in Verschuivingen.

Als het doel van een bundel is iets te zeggen over de eigen tijd, om het “in een structureel kader te begrijpen” (p 9), dan is dat alles-was-vroeger-beter-motief meestal niet erg verhelderend en wordt het vaak zelfs vervelend. Zelfs als dat gebeurt onder het motto “De tijdgenoot weet niets” (p 9).

Hertmans probeert het wel. Maar de twintig mini-essays – hij noemt ze zelf “overwegingen” – lezen niet als een geheel. Het zijn losse flodders, die voortkabbelen zonder ergens naartoe te gaan. Dat is het goed recht van een auteur die begint met de stelling dat we bijziend zijn over de eigen tijd. Maar het is na lectuur vrijwel onmogelijk Hertmans gedachtegang te reproduceren, of een of enkele vintage Hertmans-basistheses te formuleren, althans voor deze lezer, en ik daag elke lezer uit tot een poging. De cryptische titels van de essays zullen alvast niet helpen.

Ook dat is nog het goed recht van de auteur. Zijn doel was misschien eerder een mozaïek dan een gedachtegang. Maar ook dan mag de lezer scherpte, zorgvuldigheid en enige ambitie verwachten.

OK, de tijdgenoot weet niets. De auteur had ons gewaarschuwd, en we zijn het met hem eens. Maar we hebben zijn boek gekocht net omdat het de belofte inhield om in deze tijden van niet-weten een kader te bieden. Overambitieus en aanmatigend? Hertmans neemt al meteen in de inleiding die slag om de arm. Maar offreert ons dan toch zijn overwegingen.

We blijven op onze honger zitten, niet alleen omdat Hertmans te vaak blijft steken in “vroeger was alles beter”, maar vooral omdat hij met dit soort klachten verzaakt aan de uitdaging om dingen begrijpelijk te maken.

Klachten en veroordelingen gebeuren vaak met clichés, en die zijn nogal eens onzorgvuldig. “Dat omzichtige, aftastende spreken is de afgelopen decennia steeds meer in onbruik geraakt.” (p 45) Het kan best zijn dat Hertmans dat zo aanvoelt, maar is het ook zo? “Het publieke domein wordt zo een slagveld voor agressieve ventilatie, terwijl het vroeger een leerschool vormde voor zelfbeheersing” (p 113) Ik lees blijkbaar andere dingen in dat publieke domein dan Hertmans.

De lezer voelt al aan. Het is de schuld van internet en sociale media. Dat Hertmans – waarschijnlijk, hopelijk – verstandig gebruikt, in tegenstelling tot “de massa’s (argeloze) mensen” (184, 65), de mensen die “vier nachten per week moet werken voor 1.200 euro per maand, (en die de) ruimte voor nuance misschien niet (hebben).”

Want “we maken een merkwaardige regressie mee in de manier waarop mensen kennis vergaren” (p 56). Dat is toch algemeen geweten? Meer nog: “We kunnen onomwonden spreken van de paradox van kennisgaring in tijden van internet. Toen het internet jong was, heerste de utopische gedachte dat het beschikbaar maken van kennis de gehele mensheid zou verlossen van onwetendheid … Voor grote delen van de mensheid blijkt het omgekeerde het geval: hoe meer informatie beschikbaar, hoe meer dwaling mogelijk.” (p 53)

Zo ongeveer spraken de bisschoppen ten tijde van de uitvinding van de boekdrukkunst.

Wat hebben we nog? Neoliberalisme natuurlijk. Die autistische (p 32), hardvochtige (p 83), rabiate (85), cynische (101), op hol geslagen meritocratische (119), roofbouw plegende (198) stroman die Hertmans overal opvoert en nergens definieert of analyseert.

Onzorgvuldig is het. Deugdzaamheidsignalering aan de eigen groep. Of alleszins onvolledig. Zoals de nogal plompe afbakening van de drie en slechts drie thema’s die volgens Hertmans onze tijd beheersen: klimaatverandering, de crisis van de neoliberale wereldorde en migratie. Oorlog? (Hertmans leverde zijn boek in bij de uitgever vlak na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne) Armoede? Pandemieën? Nucleaire dreiging? Afrika? China?

Akkoord, het wordt wat veel. Maar dat is net het punt. Mensen zijn (andermaal) overdonderd door de hoeveelheid morbide symptomen in het interregnum tussen het stervende oude en het nieuwe dat nog niet kan geboren worden (Gramsci, 1935), en ze vragen hun schrijvers om verheldering.

Ook als die moeilijk te geven is. De Britse historicus en opiniemaker Adam Tooze (her)lanceerde een tijd geleden de term Polycrisis als lens om naar onze tijd te kijken. Hij geeft toe: Polycrisis is een nogal grandioze en abstracte term en voor veel mensen misschien wat “Zeitgeisty”. Maar “We need to think “big”. Or rather we need to learn how to span the void between the very big and the very particular, the micro and the macro.” (Polycrisis – thinking on the tightrope.)

De leegte overbruggen tussen het grote en het bijzondere, tussen micro en macro, is een “Latourian theme”, voegt Tooze eraan toe, verwijzend naar de onlangs overleden Franse filosoof en socioloog Bruno Latour, die Hertmans ook vaak citeert.

Hertmans zit daarmee wel degelijk in het spoor van wat kan worden gedacht over onze tijd. De titel van de bundel, Verschuivingen, echoot de titel After Lockdown: A Metamorphosis, die Latour gaf aan zijn covid-boek, maar ook The Metamorphosis of the World, de titel die de Duitse socioloog Ulrich Beck gaf aan zijn laatste boek.

Metamorphosis maps out similar territory to polycrisis [en Verschuivingen, zouden we kunnen toevoegen], but with a different emphasis, pointing to the challenge of change outpacing comprehension“, schrijft de Australische, in Japan wonende auteur en onderzoeker Christopher Hobson in een artikel over de gelijkenissen en verschillen tussen polycrisis en metamorphosis, en over Ulrich Beck., en hier.

Hertmans verwijst nergens naar Beck, maar herkent zich zeker in de openingszinnen van The Metamorphosis of the World:

The world is unhinged. As many people see it, this is true in both senses of the word: the world is out of joint and it has gone mad. We are wandering aimlessly and confused, arguing for this and against that. But a statement on which most people can agree, beyond all antagonisms and across all continents, is: ‘I don’t understand the world any more’.

Of verder:

The scale of change is beyond our imagination. The idea that we are the masters of the universe has totally collapsed and has turned into its opposite. In the age of climate change, modernization is not about progress, or about apocalypse – this is a false alternative. Rather, it is about something ‘in-between’. We do not even have a word for this; we need a new public and scientific vocabulary. I propose the notion of ‘Verwandlung’ – ‘metamorphosis of the world’.

De onmacht om over dit tijdperk na te denken met het huidige vocabularium en de bestaande denkkaders, laat staan om politieke antwoorden te verzinnen, is een thema in Verschuivingen.

In het essay Zuilen en Bubbels (p 138-153) schrijft Hertmans over dat politiek onvermogen, over hoe politieke acties van groene en gele hesjes elkaar in de weg lopen omdat ze thematische politiek zonder ideologie geworden zijn. “(A)lle wezenlijke problemen van vandaag zijn grensoverschrijdend. … De drie huidige grote problemen [ter herinnering: klimaatverandering, de crisis van de neoliberale wereldorde en migratie] kunnen onmogelijk worden opgelost door identitair, nationaal of cultuurcentristisch te denken, maar slechts door over vormen van ordening planetair na te denken.” (p 151-152) “Planetair nadenken”, het staat er echt.

Nu, we kunnen er schamper over doen. Maar Hertmans is andermaal iets op het spoor. Onder meer Ulrich Beck, alweer, heeft interessante dingen geschreven over wat hij methodological cosmopolitanism noemt, en de moeilijke uitdagingen voor de politieke offspring ervan, cosmopolitan risk communities. (open pdf)

Het is niet als het over politiek of politieke filosofie of sociologie gaat dat Hertmans op zijn sterkst is. Van de twintig essays is De Verbeelding van de Bibliotheek (p 167-187) het beste en het mooiste. Het is wellicht niet toevallig ook het langste. Het essay, zo stel ik me voor, is ontstaan vanuit de paradox van de schrijver die beslist te schrijven in het besef van de onmacht om over dit tijdperk na te denken met het huidige vocabularium en vanuit de teksten die vandaag geproduceerd worden. Het gaat over geletterdheid en gemurmel, over literatuur en voxpop, over wat het betekent een boek te schrijven, over chatGPT (avant la lettre). Hier bevindt Hertmans zich op vaste grond.

Voor een ietwat bijtender en vooral grappiger kritiek op Hertmans e.a.: lees de column van Tom Heremans.


Accidents waiting to happen

Cyberveiligheid is een waanbeeld.

Antwerpen en Diest mogen dan wel de brokken aan het lijmen zijn van de recente cyberaanvallen (Antwerpen tegen een wellicht onderschatte koste van 70 miljoen euro). Wie denkt dat we daarmee de laatste, en meest ernstige, cyberaanval gehad hebben in het kleine België, fluit in het donker.

Mario Greco, de topman van Zurich, een van de grootste verzekeraars van Europa, zei onlangs dat cyberaanvallen zo frequent en disruptief worden dat ze stilaan onverzekerbaar zijn. Dat zou een wake-up call moeten zijn voor wie die nog nodig had.

Het consultancybedrijf McKinsey schat dat cyberaanvallen tegen 2025 voor 10.5 biljoen dollar schade zullen aanrichten. Zij voorspellen (McKinsey-gewijs, voor hun potentiële klanten) een “gouden markt” van 1.5 tot 2 biljoen dollar voor cybersecuritydiensten.

Zo blijven we bezig natuurlijk. IT-bedrijven creëren een gigantische markt voor een probleem dat ze minstens voor een deel zelf mee veroorzaakt hebben, door de hoogmoedige slordigheid die eigen is aan ITers, maar vooral door de complexiteit en onveiligheid die we allemaal samen zelf in stand houden door onze afhankelijkheid van informatietechnologie. Ten tijde van de cyberaanval op Antwerpen moest Digipolis, de IT-dienst van de stad, meer dan 600 producten ondersteunen, waarvan een groot deel verouderd was.

Accidents waiting to happen…

Nu, de tijdelijke uitval van stadsdiensten of van bedrijven kan bijzonder vervelend zijn. Maar waar we echt wakker van moeten liggen, zijn de geopolitieke risico’s van cyberonveiligheid.

Chris Blattman, die een ding of twee weet over conflicten en oorlogen, voorspelt in een recent artikel in Wired dat we in 2023 vrijwel zeker een “major cyberattack” zullen meemaken.

Het gaat dan niet over hackers die een stad of een bedrijf tijdelijk lamleggen voor wat losgeld, maar over een massale aanval van een land op een ander land.

Blattman is een economist en politieke wetenschapper die met veldwerk en statistisch onderzoek onder meer oorzaken en gevolgen van conflicten en geweld bestudeert, van bende-oorlogen tot echte oorlogen tussen staten. In zijn jongste boek, Why We Fight. The Roots of War and the Paths to Peace (2022) onderzoekt hij eigenlijk vooral hoe het komt dat we meestal niet vechten, en toont hij, (spel)theoretisch en empirisch, aan dat compromissen eerder regel dan uitzonderingen zijn.

In het artikel in Wired argumenteert hij dat de “gewone” regels voor conflicten en conflictoplossingen niet opgaan voor cyberoorlogen en dat die daarom zo gevaarlijk zijn.

Om te beginnen zijn cyberwapens veel goedkoper dan conventionele wapens. Zelfs de kleinste staat of organisatie kan ze maken en inzetten. Maar vooral: “missiles come with a return address, but virtual attacks do not“. Stel dat een virus deze winter alle Europese en Amerikaanse oliepijplijnen uitschakelt. De aanval lijkt Poetins handtekening te dragen. Maar het zouden net zo goed de Chinezen kunnen zijn, of Iran. Wat is dan de beste tegenzet?

Omdat ze niet zeker zijn wie de aanval pleegde, zouden Biden, Macron en Scholz misschien best beslissen niet te vergelden. Maar dat is een zwaktebod, dat tot meer aanvallen kan leiden.

Bij elke aanval wel vergelden, is ook geen optimale strategie. Het risico is te hoog dat we tegen de verkeerde partij vergelden, en dat zou tot een escalatie kunnen leiden, die in het ergste geval nucleair kan worden.

De minst slechte strategie, zo stelt Blattman, is af en toe en op onvoorspelbare wijze te vergelden. Zoals je bij poker niet heel de tijd bluft, maar af en toe, en onvoorspelbaar.

Maar aanvallers volgen dezelfde strategie. Ze weten dat het slachtoffer niet altijd zal vergelden. En zo verlaagt de drempel om een cyberoorlog te beginnen.

Technologische oplossingen voor de technologische bedreigingen – de 2 biljoen dollar van McKinsey – zijn een deel van de oplossing. Maar Blattman toont aan dat de combinatie van een quasi-zekerheid van een grootschalige cyberaanval en de complexiteit om in dit soort conflicten vrede te handhaven of herstellen, vooral superintelligent strategisch denken vereist.


Openbare aanbestedingen een door de overheid gefinancierde race to the bottom?

Openbare aanbestedingen zijn een manier waarop de overheid zorgt dat haar burgers een zo laag mogelijke prijs betalen voor de diensten en producten die zij aankoopt. De regulering van openbare aanbestedingen zorgt dat de vrije markt werkt zoals ze moet werken, ten gunste van burgers en consumenten.

UNI-Europa, de Europese federatie van de vakbonden van werknemers uit de dienstensector, verpreidt een persbericht waarin ze oproept een einde te maken aan wat zij een door de overheid gefinancierde race to the bottom met overheidsopdrachten noemt.

De oproep steunt een geschreven vraag van zestig Europarlementsleden aan de Europese Commissie. Zo’n geschreven vraag verplicht de Commissie tot een formeel antwoord.

UNI-Europa en de Europarlementsleden vinden dat openbare aanbestedingen met prijs als belangrijkste factor ondernemingen aanzet hun arbeidsomstandigheden te verslechteren en sociale dumping te organiseren.

De definitie van sociale dumping is een heikele zaak. Wat voor een land sociale dumping is, betekent voor een ander land de mogelijkheid om haar comparatief voordeel van lagere lonen uit te spelen. Bovendien is er in Europa al heel wat regelgeving om de uitwassen van sociale dumping tegen te gaan.

Het is wellicht geen toeval dat 46 van de 60 Europarlementsleden die de oproep ondertekenden, uit de rijkere Europese landen komen. Bedrijven uit landen met nog relatief lage lonen en Europese consumenten zullen het gelag betalen.


Only In America

  • De combinatiezelftests die tegelijk voor covid, griep en RSV testen, en die vrijwel overal in Europa vrij verkrijgbaar zijn, zijn in de VS nog niet goedgekeurd door de FDA.
  • Volgens deze Twitteraar komt 40 procent van de omzet van Coca-Cola in de VS uit voedselbonnen van het Supplemental Nutrition Assistance Program (SNAP). Commentaren op de tweet wijzen op verschillende denkfouten in de berekening, maar toch …
  • De Amerikaans-Nieuwzeelandse onderzoeker James R. Flynn, bekend van onder meer het Flynn-effect, dat overal ter wereld continu stijgende IQ-scores vond, wilde in 2019 een boek publiceren onder de titel In Defense of Free Speech: The University as Censor. De uitgever, die het boek eerst aanvaard had, wees het boek daarna af wegens te controversieel.
  • Verplaatsingen met openbaar vervoer liggen vandaag in de VS 35 procent onder het pre-covid niveau.
  • Alex Tabarrok stelt in een post op Marginal Revolution dat de VS niet genoeg slimme werknemers hebben om zelf chips te produceren (in tegenstelling tot Taiwan en Nederland???)
  • Plannen voor een hogesnelheidstrein tussen Los Angeles en San Francisco werden opgestart in 1996. In 2008 keurden kiezers in Californië de plannen en de financiering ervan goed. De geplande einddatum was toen 2020. In 2015 werd de eerste steen gelegd. Vandaag wordt er gewerkt aan een stukje van 171 mijl in het midden van Californië. De geplande einddatum van die werken is nu 2030, maar experten twijfelen of die haalbaar is. De kosten, oorspronkelijk geraamd op 33 miljard dollar, worden vandaag ingeschat op 113 miljard dollar.
    De hogesnelheidstrein tussen Madrid en Barcelona, die met 621 km ongeveer dezelfde afstand overbrugt als tussen LA en San Francisco, kostte 11 miljard dollar en werd op vijf jaar gebouwd, tussen 2003 en 2008.
    De Franse spoorwegmaatschappij SNCF, die werd binnengehaald als consultant voor de LA-San Francisco lijn, gooide in 2011 de handdoek in de ring. Een van de projectmanagers van SNCF vertelt dat de Fransen de Californiërs lieten weten dat ze zich op Noord-Afrika gingen richten, waar het politiek gemakkelijker werken was. SNCF hielp onder meer Marokko een hogesnelheidstrein bouwen, die in 2018 begon te rijden.
  • De VS herverdelen meer naar de 50 procent armsten dan Zweden of Noorwegen. Via marginalrevolution. Lees wel de commentaren bij de tweet voor nuances.

Voor “Only in America” baseer ik me in de regel enkel op artikels, analyses, signalementen, … die door Amerikanen zelf zijn geschreven. Kritiek op, analyses van, toogpraat over toestanden in de VS door Europeanen is meestal oppervlakkig en vaak onjuist.


Vier theorieën (waarvan drie naïeve) over de oorlog in Oekraïne

(T)o get a better understanding of the current war it is important to go back into history. What we observe today is caused by two factors: first, the unsuccessful economic development of the formerly communist countries, and second, the structural political setup that enabled republican elites to cover-up the economic failure by defending the nationalist interests of their constituents. The latter was both an easy solution, and was permitted by the way the regime was organized. If one argued for the return to capitalism, he was likely to end up dismissed from his job, or in jail. But if one argued that his republic was unequally treated, he was likely to climb up the ladders of power.

Dat is volgens Branko Milanovic de enige niet-naïeve historisch-ideologische theorie van de vier theorieën die hij onderzoekt in twee recente blogposts over de origine van de oorlog in Oekraïne. (deel 2)

Het is de combinatie van de onvervulde belofte van het communisme om economische ontwikkeling te brengen, en een nationalisme dat in elk van de Sovjetstaten gebruikt, en toegelaten, werd om het economisch falen toe te dekken.

Milanovic, die bekend werd met boeken over ongelijkheid, is opgegroeid onder het communisme. Hij behaalde in 1987 zijn PhD in Economie aan de universiteit van Belgrado en was daarna gedurende 20 jaar lead economist voor het Research Department van de Wereldbank.

Hij herinnert zich nog levendig de gemengde gevoelens die hem en zijn moeder overvielen tijdens het diner op de avond dat de Berlijnse Muur viel. De gebeurtenis hield de belofte in van nationale bevrijding en een betere levensstandaard; maar ook het sombere besef van de onvermijdelijkheid van een burgeroorlog in Joegoslavië en andere voormalige Sovjetrepublieken.

11 out of 12 [conflicts and wars in the dissolved communist federations], including the current war in Ukraine, are ethnic conflicts about the borders. Such conflicts have nothing to do with the type of internal arrangement or government (democracy vs autocracy), but they have a lot to do with conquest of territory, nationalism, and desire of minorities which happen to be in the “wrong” states to have their own states or to join a neighboring state. These elementary facts are almost never mentioned in the mainstream story-telling. There is a good reason for it: they run against the simplistic “democratic narrative.”

Die “democratic narrative”, de oorlog in Oekraïne als een strijd tussen democratie en autocratie, is de eerste naïeve theorie die Milanovic afwijst.

(S)uch a naïve theory is in the interests of the more bellicose liberal and right-wing circles in the West who see the current conflict as a precursor to a much larger conflict pitting the United States against China. That potential conflict becomes much more acceptable if it is seen as a conflict of values, and not as a conflict about the geopolitical primacy.

Een tweede naïeve theorie is dat de oorlog het resultaat is van Russisch imperialisme, een voortzetting van het tsarisme.

De derde theorie, die aanleunt bij de vierde, niet-naïeve theorie, wijst naar de gebeurtenissen van 1989-1992 als democratische revoluties. Volgens Milanovic waren het echter revoluties van nationale bevrijding van de indirecte heerschappij door de Sovjetunie, die zowel in de landen zelf als in het Westen in een democratisch verhaal verpakt werden. In ethnisch homogene landen als Polen en Hongarije passeerde dat verhaal nog. Maar in minder homogene landen zoals Joegoslavië en Tsjechoslowakije werd duidelijk dat het in de eerste plaats over nationalistische zelfbeschikking ging.


Er is leven na disruptie (met een baas met superpower)

In een jaar dat eindigt op massale opwinding over de jongste digitale doorbraak is het verfrissend om een succesverhaal te lezen over een toonaangevend bedrijf in de niet-digitale wereld.

Het verhaal, opgetekend door de Amerikaanse schrijver en muziekjournalist Ted Gioia, gaat over de succesvolle ommekeer bij Barnes & Noble, met meer dan 600 boekenwinkels de grootste boekenketen in de Verenigde Staten.

Het verhaal is des te opmerkelijker omdat Barnes & Noble graag en vaak opgevoerd werd als het toonbeeld van hoe nieuwe technologie en e-commerce disruptief waren voor klassieke industrieën. Het meer dan honderd jaar oude bedrijf had vanaf midden de jaren 1990 Amazon zien komen; het had, zoals gevestigde bedrijven in een oudere industrie altijd doen, eerst meewarig gereageerd, dan ontkennend en dan paniekerig.

In 1997 opende Barnes & Noble zijn online winkel. De keten realiseerde toen met 30,000 werknemers een omzet van 3 miljard dollar; Amazon had 125 werknemers en een omzet van 60 miljoen dollar. “Amazon.toast” kopten de zakenbladen. Jeff Bezos moest een toespraak houden om de paniek onder het handvol Amazon-werknemers te bedaren.

Amazon zou meedogenloos blijven focussen op de klant, was zijn boodschap.

Die strategie werkte, zo blijkt achteraf. Amazon groeide van een online boekhandelaar tot een retailgigant en van een omzet van 60 miljoen dollar in 1997 naar 233 miljard dollar in 2018.

In datzelfde jaar leed Barnes & Noble een verlies van 18 miljoen dollar op een omzet van 3.66 miljard dollar en ontsloeg het 1,800 werknemers.

De boekenwinkelketen had nochtans alles geprobeerd: een eBook Reader (Nook) lanceren; speelgoed, wenskaarten en kalenders toevoegen aan het assortiment; koffie schenken in de winkels; zelfs een eigen restaurant, Barnes & Noble Kitchen.

Niets werkte.

Nu, in 2022 lijkt het bedrijf weer op weg naar winst. De keten opende dit jaar zestien winkels en plant er dertig nieuwe in 2023. Sommige van die winkels komen op locaties waar Amazon vergeefs had geprobeerd fysieke winkels te laten draaien.

Wat maakte het verschil? Een nieuwe baas, zegt Ted Gioia.

De Brit James Daunt kwam aan het roer van Barnes & Noble in 2019, aan de vooravond van de corona-pandemie. In 1990 had hij als 26-jarige met geleend geld in Londen een kleine keten van boekenwinkels opgestart. Vanaf 2011 realiseerde hij een ommekeer bij de grote Britse boekenketen Waterstones.

Het geheim van Daunts aanpak volgens Gioia? “This is James Daunt’s super power: He loves books.”

Bij Waterstones maakte hij een einde aan kortingen op boeken, omdat hij vond dat boeken niet te duur geprijsd waren, en aan promo-acties zoals “koop twee boeken en krijg er een gratis”. Een van de meest ingrijpende acties was om promotiegeld van uitgevers te weigeren, en in plaats daarvan de werknemers in de winkel te laten beslissen welke boeken zouden getoond worden.

Bij Barnes & Noble paste hij dezelfde aanpak toe. Hij vroeg werknemers alle boeken uit de rekken te nemen en voor elk boek te herevalueren of het er wel moest staan. Zijn doel was van Barnes & Noble een boekenwinkel te maken die “intellectually satisfying” was en die “feeds your mind.”

Je moet er maar opkomen.

Gioia heeft na jarenlange ervaring in de brede culturele sector een vuistregel: “There is no substitute for good decisions at the top — and no remedy for stupid ones.”


En waarom niet: Wenen als Europese hoofdstad

Neutraliteit zit in het Oostenrijkse DNA. Als neutraal land werd het rijk en vreedzaam. In Wenen, dat dichter bij de Oekraïense dan bij de Zwitserse grens ligt, vreest men dat de bloedige historie terugkomt als het land zijn neutraliteit opgeeft. Dus blijft men aardig doen tegen Rusland.

Zo schrijft journalist en Europaspecialist Caroline de Gruyter in een achtergrondstuk in De Standaard en het NRC. Ze brengt er de ondergerapporteerde rol van Oostenrijk in het Rusland-Oekraïne-EU-VS conflict onder de aandacht (ander goed artikel van de Gruyter hierover; en hier).

De aanleiding voor het artikel, onder de door de Financial Times geïnspireerde titel “Oostenrijk is nog altijd het Russische ‘vliegdekschip’ in Europa“, is een gerechtelijk onderzoek in Oostenrijk naar spionageactiviteiten van een Griek, met Russische vader, die in Wenen woont. Hoewel Wenen wemelt van de Russische spionnen, zijn zo’n onderzoeken zeldzaam in Oostenrijk, schrijft de Gruyter. “‘Je trapt de Russische beer niet op zijn staart’, luidt een populair Oostenrijks gezegde.”

Oostenrijk is geen lid van de NATO (wisten we dat?). Het Oostenrijks staatsverdrag en de grondwet verbieden het land lid te worden van militaire allianties en om buitenlandse militaire basissen op zijn grondgebied toe te laten. Het durfde ook pas in 1995, na de ineenstorting van de Sovjetunie, lid worden van de Europese Unie.

Na de inval van Rusland in Oekraïne pleitten vijftig prominente Oostenrijkers voor een discussie over de neutraliteit en toetreding tot de NATO, in navolging van Zweden en Finland, maar de grote meerderheid van de Oostenrijkers is daar tegen. Veel Oostenrijkers hebben wat Rusland althans zou bestempelen als een gezond Anti-Amerikanisme (minder dan de Belgen, weliswaar).

Men kan die houding van Oostenrijk dubbelzinnig noemen, en onvoldoende solidair met de rest van de EU. Maar er zit ook een opportuniteit in.

Nu het centrum van Europa meer naar het Oosten verschuift, nu Europa zijn plaats zoekt in het nieuwe Eurazië, nu we een uitweg zoeken uit de Rusland-Oekraïne crisis: Wordt het geen tijd, beste Europeanen, om te overwegen de Europese hoofdstad in Wenen te vestigen?

Het idee van Wenen als Europese hoofdstad is niet nieuw natuurlijk. Hendrik Brugmans (1906-1997), een van de grote intellectuele leiders van de Europese beweging en rector van het Europacollege in Brugge tussen 1950 en 1972, opperde het lang geleden al in een van zijn boeken (referentie gezocht maar niet gevonden).

Senior writer Marc Reynebeau van De Standaard bracht in een recente column naar aanleiding van het overlijden van de Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger nog in herinnering hoe Enzensberger en anderen droomden van Mitteleuropa, “een idee als vaderland”. Mitteleuropa is geen politiek of territoriaal, maar een intellectueel construct, “het product van geo­politieke ironie en poëtische verbeelding, een verbeeld cultureel vaderland, een idee dat onderdak kon geven aan de droom van dat nieuwe Europa“. En met als enige logische hoofdstad Wenen.

Wat heeft Wenen dat Brussel niet heeft? Goh, is het nodig die vraag te beantwoorden? Wenen ademt Europese geschiedenis door al zijn poriën zoals Brussel het nooit door zijn neusgaten zal ademen. Het heeft een heel lange traditie in Europese diplomatie. Het herbergt niet óók het hoofdkwartier van de NATO. Het is, euh …, charmanter en properder dan Brussel (Conner Rousseau zou er zich thuis voelen). Het heeft een rijker cultureel verleden, maar ook een interessante hedendaagse scene.

In 2022 werd de stad voor de derde keer op rij nummer één in de Global Liveability Index van The Economist Intelligence Unit.

En ze ligt dus geografisch meer centraal in het evoluerende Europa.

Vienna central in Europe
Het “echte” geografische centrum van Europa ligt weliswaar 1,200 ten noordoosten van Wenen, in het dorp Purnuškės, dicht bij de Litouwse hoofdstad Vilnius. (in het echte EU zou ook de IK uitgegrijsd zijn)

In een diplomatiek gedachtenexperiment, eerder een fantasie in een parallel universum, kan men zich voorstellen dat de verhuis van de EU-hoofdstad van Brussel naar het neutralere Wenen deel zou uitmaken van een alomvattende vredesdeal tussen Rusland, de EU en de VS.

Al googlend naar “Vienna” en “capital of Europe” kwam ik deze bizarre kaart tegen:

Vienna das neue Europa
Das neue Europa mit dem dauernden Frieden. Die Unionisierung Mittel Europas

De auteur is een anonieme P.A.M. Hij maakte de kaart in 1920, als reactie op het Verdrag van Versailles. Het idee was om Europa in te delen als 24 spiën van een taart. De spiën zouden samenkomen in de Stephansdom in Wenen, dat zou herdoopt worden in Sankt Stephan en de hoofdstad van de Unie zou worden.


Komaan Belgen, gelukkig nieuwjaar!

Om de louter materiële welvaartsmaatstaf van bruto nationaal product aan te vullen en te nuanceren, doen economen en sociologen al lang onderzoek naar welzijns- en geluksgevoelens op basis van grootschalige surveys. Twee onderzoekers, de Britse-Amerikaan David Graham Blanchflower van Darthmouth College en de Brit Alex Bryson van University College London, hebben nu een interessant aspect toegevoegd aan die onderzoekslijn in Wellbeing Rankings, een artikel dat ze zopas publiceerden als NBER working paper (via Marginal Revolution).

De klassieke welzijns- en geluksstudies vragen enkel naar positieve gevoelens. Blanchflower en Bryson hadden het geniaal-simpele idee om ook negatieve gevoelens mee te nemen in de studie, met aparte ratings en rangschikkingen voor de twee en een rating en rangschikking die het totaalbeeld geeft.

Dat totaalbeeld zou dus een maatstaf moeten zijn voor een “alles bij elkaar genomen”-welzijnsgevoel.

De vier positieve positieve emoties zijn algemene tevredenheid met het leven, genot of plezier, glimlachen, en goed uitgerust zijn. De vier negatieve zijn pijn, verdriet, boosheid en zorgen.

De onderzoekers gebruikten data uit de Gallup World Poll en de US Daily Tracker Poll van vier miljoen respondenten in 164 landen. Voor de VS deden ze hun metingen ook apart per staat. De periode is 2008-2017.

Ahum Belgen, vrolijk een beetje op.

Wellbeing Rankings
Geselecteerde data uit Blanchflower en Bryson (2022). Wellbeing Rankings

België doet het in de algemene rangschikking met een 91ste plaats maar net iets beter dan Kyrgyzstan en Laos (dat heel goed scoort op glimlachen). Vooral dankzij de opmerkelijk goede scores voor positieve gevoelens doen zelfs de Buthanezen het ongeveer even goed als de Belgen. De Russen (87) en de Kenianen (86) voelen zich, “alles bij elkaar genomen”, beter dan wij!

Waarom doet België het zo slecht?
Een vergelijking met Nederland, altijd handig.

Wellbeing ranking NL-B
Geselecteerde data uit Blanchflower en Bryson (2022). Wellbeing Rankings

Nederland staat 74 plaatsen boven België omdat Belgen op alle gevoelens, zowel positieve als negatieve, slechter scoren dan Nederlanders (zie tabel met rangschikkingen; lager is dus beter). De grootste verschillen zitten in boosheid (108 plaatsen!), pijn en uitgerustheid.

Hawaii staat in de rangschikking op nummer 1. Helemaal onderaan staat Irak, net onder Zuid-Soedan en de Palestijnse staat.

Door de Amerikaanse staten als aparte “landen” te beschouwen in de rangschikking, komen de auteurs tot een opmerkelijke conclusie. Zeven van de top tien plaatsen worden bezet door Amerikaanse staten. In de top 50 staan 35 Amerikaanse staten plus Washington DC.

Alle gebruikelijke bedenkingen bij surveys gelden hier. Het gaat ook over heel subjectieve bevragingen. Maar mensen die nu knorren dat het toch niet kan dat de Russen zich “alles bij elkaar genomen” beter voelen dan de Belgen, of dat het nieuws uit Amerika toch tegenspreekt dat ze daar content zijn: check uw bronnen en methodes en vergelijk ze met die van Gallup en de onderzoekers.


Maandagse gevarieerde links

  • Inzichtelijke en bedachtzame analyse door Tyler Cowen van wie wint en wie verliest bij de nieuwe toepassingen van Artificial Intelligence. En bedenking van Cowen in een andere post: More than any other time, if you are not on Twitter, you just don’t know what is going on. Hij verwijst onder meer naar de verhalen over chatGPT en over de teloorgang van de cryptocurrencybeurs FTX. Voor wie de moeite nam, was Twitter daar sneller (de kranten volgden op +/- 5 dagen). De vraag is dan natuurlijk hoeveel belang je hecht aan “knowing what’s going on“, en snel. Maar Twitter was ook vollediger, evenwichtiger, interessanter, concreter en kritischer dan de algemene media.
  • Het goedkoopste land ter wereld om LEGO te kopen is … België. In dit onderzoek kostte een onderzochte LEGO-set in België 269 dollar. Argentinië is het duurste land ter wereld voor LEGO: 2,270 dollar voor dezelfde set.
  • Eerlijk gezegd al helemaal vergeten en via The Browser herontdekt: het redelijk spectaculaire verhaal over een massale hack door de Britse geheime dienst van Belgacom in 2012. Destijds samengepuzzeld door The Intercept, De Standaard en NRC Handelsblad.
  • Welke filosofenpersonaliteit ben jij? Aristoteles, Epicurus, Kant, Diogenes, Plato, Hume of Nietzsche? Doe de test.
  • Waaraan spenderen verschillende generaties Amerikanen, van de Silent Generation, geboren vóór 1945, tot Generation Z, geboren na 1997, hun inkomen in 2021? Knappe infografiek op basis van cijfers van het U.S. Bureau of Labor Statistics. Huisvesting (tussen 32 en 37 procent) en ontspanning (tussen 4 en 5.5 procent) blijken opvallend gelijke relatieve inkomensbestedingen over de generaties. Het grootste verschil zit natuurlijk in de categorie gezondheid: 3.3 procent voor Generation Z en 15.8 procent voor de Silent Generation. Lezen is de laagste categorie voor elke generatie behalve de Silent Generation, voor wie het de tweede laagste categorie is.
  • Fascinerende visual over hoe autokleuren van 1971 tot 2020 veranderd zijn. In 2020 domineren nog twee kleuren: grijs en zwart (of donkerblauw?).

Goed cijfer van de week: Tous Ensemble = 5 miljoen

In het derde kwartaal van dit jaar waren er in België voor het eerst in de geschiedenis meer dan 5 miljoen mensen aan het werk (15 jaar en ouder, dus studentenjobs inbegrepen), zo blijkt uit zonet gepubliceerde statistieken van het Belgisch statistisch bureau Statbel. De werkgelegenheidsgraad, die heilige graal van de regeringen, steeg het afgelopen jaar van 71.4 naar 72.1 procent, het hoogste niveau sinds het begin van de metingen in 1983 (het doel is 80 procent).

Bekijk de grafiek op Statbel voor opmerkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen, leeftijdscategorieën, opleidingsniveaus en regio’s.


Zaterdag quote

(Y)ou need a lot more than “market failure” to have a successful government subsidy program of firms–you need massive externalities and precise, well understood targets. The garden-variety market failure that can be shown on a blackboard isn’t enough, in part because such arguments often underestimate the market and in part because they overestimate government.

Alex Tabarok (2022). Marginal Revolution: Chinese Industrial Policy is Failing

Ondertussen in Amerika

Railroad workers do not receive paid sick days and are punished for taking time off. Carriers have said that their attendance policies are necessary to keep the rail lines staffed, and that they allow workers to take time off when needed, by using paid vacation time.

Dat is uit een artikel in de Washington Post.

Ook nog:

The U.S. Chamber of Congress and some 400 business groups, representing a wide range of industries, from meatpackers to jewelers, sent a letter to Congress on Monday saying the looming rail strike is of “grave urgency.” … “A stoppage of rail service for any duration would be extremely damaging to American families and our economy, costing $2 billion dollars per day,” the letter said.

President Biden probeert een aangekondigde staking af te wenden door het Congres op te roepen een wetgeving goed te keuren die een eerder gesloten akkoord zou bekrachtigen. De spoorwegvakbonden wezen dat akkoord af, onder meer omdat er geen betaalde ziektedagen in opgenomen waren.


Zondagse gevarieerde links


Zaterdag quote

When millions of people produce goods for each other’s use, they must have some way of notifying each other of their desires. Moreover, people’s desires and preferences are fluctuating, complex and delicate. James Joyce could have filled a fat volume in describing the half-formed inclinations in the mind of a woman setting out on a shopping expedition. No words could completely define her potential desires. Consumers cannot therefore be expected to present shopkeepers with an adequate psychological analysis of their needs. Money comes to their rescue. Their offer to buy certain things at certain prices completely reveals what they have in mind.

Michael Polanyi (1951). The Logic of Liberty, p 139