Paul Milgrom en Robert Wilson winnen dit jaar de Nobelprijs voor Economie voor hun werk in de theorie van veilingen.
Veilingen bestaan al eeuwen en zijn intuïtief redelijk eenvoudig te begrijpen. Milgrom en Wilson en andere economisten die de jongste decennia rond veilingtheorie gewerkt hebben, tonen niet alleen theoretisch dat veilingen een behoorlijk complexe dynamiek kunnen hebben, maar werkten ook heel praktische toepassingen uit.
Veilingtheorie maakt deel uit van de bredere economische subdiscipline van market design, die nagaat hoe markten optimaal kunnen georganiseerd worden, rekening houdend met onder meer de soms asymmetrische informatie en de incentives van de verschillende deelnemers. Vooruitgang in veilingtheorie is er vooral gekomen vanuit inzichten in speltheorie (academische dialoog tussen Wilson en Alvin Roth, die in 2012 de Nobel Economie won, over How Market Design Emerged from Game Theory.)
Veilingen en market design kennen vandaag praktische toepassingen in eBay, met Google Adwords, en bij het verkopen van een huis. Ze bepalen ook wie mobiele telefonie, elektriciteit of tv-zenders kan aanbieden, hoe emissierechten verhandeld worden, hoe je best de “markt” voor niertransplantaties organiseert, hoe studenten efficiënt en eerlijk een plaats verwerven in een cursus met beperkte plaatsen, of hoe vliegtuigmaatschappijen hun slots krijgen bij slecht weer op een overvolle luchthaven.
Het is wellicht geen toeval dat de prijswinnaars beiden aan de Stanford University doceren. Dit artikel vertelt hoe Stanford een traditie opbouwde waarbij economisten nauw samenwerken met ingenieurs, en hoe ze elkaars disciplines wederzijds bevruchten.
Het “popular information” artikel van het Nobelprijscomitee geeft een helder overzicht van veilingtheorie en de bijdragen van Milgrom en Wilson.
Voor wie denkt dat veilingen veilingen zijn, hier alvast de vier basissoorten (waar onder meer Milgrom en Wilson er al een paar hebben toegevoegd), zoals gedefineerd in het goede artikel van Wikipedia over veilingtheorie:
- First-price sealed-bid auction: bieders dienen hun bod gelijktijdig in in een gesloten omslag; de hoogste bieder wint en betaalt de prijs die hij geboden heeft
- Second-price sealed-bid auctions (Vickrey auction): bieders dienen hun bod gelijktijdig in in een gesloten omslag; de hoogste bieder wint en betaalt de prijs die de tweede hoogste bieder geboden heeft
- Open ascending-bid auctions (Engelse veiling): deelnemers bieden tegen elkaar op, kennen elkaars bod en stoppen met bieden wanneer de prijs hen te hoog is; wanneer niemand meer bereid is hoger te bieden, wint de hoogste bieder. Soms bepaalt de verkoper een reservatieprijs
- Open descending-bid auctions (Nederlandse veiling): de verkoper start met een hoge prijs en zakt dan tot een bieder bereid is te kopen
Een van de nieuwe veilingsoorten die Milgrom en Wilson toevoegden, was de Simultaneous Multiple Round Auction (SMRA).
De Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC) gebruikte die voor het eerst in 1994 om in 47 biedrondes tien licenties voor mobiele telefonie te verkopen voor 617 miljoen dollar. Voordien werden die licenties weggegeven of in een loterij verdeeld. Sinds 1994 brachten SMRA’s de Amerikaanse overheid meer dan 120 miljard dollar op. Ze werden ook snel gebruikt in andere landen.
De politieke economist Glen Weyl, die nu voor Microsoft werkt, startte enkele maanden geleden een bitsige controverse over market design en veilingen met een artikel, How Market Design Economists Helped Engineer a Mass Privatization of Public Resources. “The way economists designed the auction included hundreds of millions of profits for private equity firms and a disappointing outcome for taxpayers.”
Hier is het antwoord van Milgrom, en hier de reply van Weyl.
Milgrom startte in 2007 het bedrijf Auctionomics, dat zowel overheden als bieders in veilingen adviseert.
Goed, toegankelijk interview met Milgrom (YouTube).
Petite histoire: Milgrom ontmoette zijn tweede vrouw, de sociologe Eva Meyersson Milgrom, in 1996, toen hij naast haar zat op het Nobel Prize diner in Stockholm.
Pingback: Knock knock, You won the Nobel Prize ... - Reluctant Economist