China volgen is niet evident. Een tip (2)

Het meest recente en bijzonder belangwekkende nieuws uit China is de zwenking die president Xi Jinping neemt over de sturing van de Chinese maatschappij en economie door de overheid.

Andrew Batson, die ik in vorige post tipte als een heel goede filter voor het nieuws uit China, heeft daar twee recente posts over (en hier).

Het nieuws uit China ging deze zomer over het plotse hardhandig optreden van de Chinese overheid tegenover bedrijven en bedrijfsleiders. Dat gaat zeer breed, van boetes en inperkingen voor internetbedrijven, bijlesgevers, de gamingindustrie, en de onlineverzekeringen tot verbod of inperkingen op cryptomunten en zelfs boybands, en gevangenisstraffen of zelfs terdoodveroordelingen voor corrupte zakenlui.

De interpretaties van deze golf van overheidsingrijpen, zo vat Batson samen, gaan van het onschuldiger “de Chinese overheid doet wat Westerse overheden eigenlijk ook graag zouden doen”, tot het grimmiger “Xi Jingping brengt het socialisme terug”.

Die tweede interpretatie, die ook die van De Standaard is in een recente podcast, China’s oorlog tegen private bedrijven is behoorlijk fout, denk ik in navolging van Batson.

De nieuwsberichten gaan over maatregelen tegen concurrentievervalsing en monopolies, over bescherming van data, privacy en intellectuele eigendom, over arbeidsomstandigheden en over regelrechte corruptie.

Wat de Chinese overheid daarmee lijkt te doen, is geen “inperking van de vrije markt door de partij”, zoals De Standaard stelt, maar net een versterking van de regels die de vrije markt moeten vrijwaren.

Het verschil met hoe het Westen het aanpakt, lijkt dan vooral te zitten in de druk die de overheid blijkbaar kan en wil uitoefenen. Waar we in het Westen in niet geringe mate een beroep doen op zelfregulering en een verondersteld ethisch besef van ondernemers, zegt de Chinese overheid: zo, niet anders en snel, en wie niet horen wil, zal voelen.

Het verhaal gaat overigens ook breder dan harde maatregelen tegen bedrijven. Een van de mantra’s van president Xi Jinping sinds begin dit jaar, en ondertussen verheven tot een van China’s politieke prioriteiten, is common prosperity, welvaart voor allen. China heeft blijkbaar gekeken naar de evolutie van het kapitalisme in het Westen en heeft zich, in retoriek althans, voorgenomen om het ongelijkheidsprobleem aan te pakken voor het ontwrichtender wordt.

Nog een persoonlijke anekdote over die evolutie van het kapitalisme in het Westen. Tijdens mijn reportagreis in China, begin jaren 1990, was de lectuur die ik meehad in de valies op. In een boekenwinkel heb ik toen een van de weinig Engelstalige boeken gekocht die er te vinden waren, een slordig gedrukte Charles Dickens. Helaas ben ik vergeten dewelke. Maar de confrontatie en vergelijking tussen Dickens, die het Engeland van het midden van de 19de eeuw beschreef, en de realiteit van China aan het einde van de 20ste eeuw was een interessante historische lens om naar China te kijken.

Hoe pakken we grote en groeiende ongelijkheid aan? “Bij ons” zijn we ondertussen bijna geconditioneerd om te grijpen naar hogere belastingen en door de overheid georganiseerde herverdeling.

Zegt Batson: “It does not sound like “common prosperity” is going to produce a radical increase in taxation or redistribution.”

In een zeer inzichtelijke post, Contributing to common prosperity is compulsory, legt hij uit hoe de Chinese overheid door min of meer subtiele druk bedrijven en rijke ondernemers alvast kan nudgen om meer dan een steen bij te dragen om de ongelijkheid te milderen.

Batson verwijst onder meer naar een berekening van Fortune, waaruit blijkt dat vijf van de rijkste Chinese ondernemers in de jongste acht maanden 13 miljard dollar hebben geschonken aan liefdadigheidsorganisaties en -initiatieven.

Die georganiseerde filantropie, met wellicht meer dan zachte druk van de overheid, lijkt het midden te houden tussen de Amerikaanse versie, waar bedrijven en ondernemers zich met enorme belastingvoordelen een goed geweten kopen, en de Europese versie, die alles, ook de organisatie van de herverdeling, aan de staat overlaat.

Wat er aan de hand is, aldus Andrew Batson, is dat de Chinese overheid haar sturing van de economie en van de maatschappij op een systematische en doordachte manier aan het uitbreiden is van een focus op groei en sturing van welbepaalde industrieën (zware industrie, dan consumentengoederen, dan high tech) naar een veel bredere waaier van maatschappelijke domeinen. Een “industrial policy for everything“. Maar dan wel in het algemene kader van een vrijemarkteconomie.

In zijn meeste recente post, Industrial policy, but for the whole society, geeft Batson een samenvatting en commentaar bij een lezing door Barry Naughton aan Stanford University, The Summer of 2021: Consolidation of the New Chinese Economic Model.

Barry Naughton is de So Kwan Lok Chair of Chinese International Affairs aan de University of California San Diego, School of Global Policy & Strategy. Hij is volgens Batson een van ‘s werelds meest gerespecteerde economisten als het over China gaat. Zijn boek The Chinese Economy: Transitions and Growth (2007) is een standaardwerk.

Naughton, zo vat Batson samen, stelt dat “we’re seeing the consolidation of a new model, in which the Chinese government decisively steers a predominantly market economy.”

Wat we in de zomer van 2021 meemaakten, volgens Naughton, is dat de Chinese overheid vrij plots haar (economische) beleidsdoelstellingen uitbreidde van twee (economische groei en high-tech ontwikkeling) naar een portfolio van zes of meer.

Naughton maakt het lijstje, dat wellicht niet volledig is:

  1. Data security and control
  2. De-risk and enhance control of the financial risk
  3. Raise the birth rate by reducing the burden on families
  4. Rebuild new decentralized cities, while keeping housing prices low
  5. Reduce carbon emissions, pollution and global warming
  6. Common Prosperity

De reden dat deze uitbreiding van beleidsdoelstellingen als een schok ervaren werd, zowel binnen als buiten China, was niet alleen dat ze zo plots kwam, maar ook dat de lijst van deze doelstellingen ingebouwde conflicten heeft, en dat het nog niet duidelijk is welke instrumenten de overheid zal gebruiken om ze te bereiken.

Vindt Batson: “Preliminary conclusions anyway — no doubt the Chinese government will give us plenty more to figure out in coming months.”

Lees de volledige post, en andere posts van Andrew Batson.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *