Het winkelkarprobleem. Opgelost

Zo, dat is dan geregeld.

Op Twitter en Reddit circuleert al een tijd The Shopping Cart Theory. Het zou een test moeten zijn of mensen ultiem capabel zijn om voldoende burgerzin te tonen en in staat zijn tot zelfbestuur.
Zie hieronder.

shopping cart theory

Waarom is het dan geregeld? Omdat het aan de hand van deze test duidelijk is dat er vijf soorten mensen zijn. De overlap tussen de vijf groepen is bijzonder klein.

  1. Mensen die vaak hun winkelkar laten staan
  2. Mensen die, zoals iemand op Twitter, volhouden dat ze 100 km zouden omlopen om hun winkelkar terug te brengen. Diezelfde mensen zouden wellicht ook eender welke achtergelaten winkelkar terugbrengen.
  3. Mensen die de winkelkarvraag aangrijpen om de slechte toestand van de wereld en de mensheid aan te klagen, die hun medeburgers erop wijzen dat de winkelkar maar een symptoom is van een breder maatschappelijk probleem en die denken dat het uiten van hun opinie iets bijbrengt om het probleem op te lossen:
    If you leave a shopping cart in the middle of the parking lot, you are the scourge of the Earth and I hope a shopping cart dents your fender
    Yes I return the shopping cart. Cause I’m not a psychopath.
    Het zijn duidelijk vooral Republikeinse stemmers die hun winkelkar laten staan.
    Of:
    I’ve come to the conclusion that not flattening your cardboard boxes for the recycling bin is the equivalent of not putting your shopping cart in the corral.
  4. Economisten, die, reluctantly, beseffen dat je om problemen op te lossen best uitgaat van de mens zoals hij is, in al zijn variëteiten, en niet van de mens zoals je vindt dat hij zou moeten zijn.
    Die economisten weten dat mensen doorgaans, meestal, in de regel reageren op incentives en in een institutioneel kader. Dus gaan ze op zoek naar de juiste incentives en het juiste institutioneel kader om het probleem op te lossen. Voor winkelkarren hebben we die incentive en dat kader gevonden. Het muntstuk. En het werkt.
    De echte economist zal zich nooit ergeren aan groep 1; wel occasioneel aan groep 3. Groep 2 zou hij moeten meenemen in zijn modellen.
    Een van de redenen waarom economisten nogal eens tegen wrevel aanlopen, is dat ze met hun pragmatische oplossingen de bestaansreden en de diepe motivaties van groep 3 ontmaskeren en onderuit halen.
  5. Grapjassen, creatievelingen en anarchisten, die tonen dat de bestaande incentives en het institutioneel kader ook niet perfect zijn.
shopping cart circle

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *