Suppose you do believe that there is a “climate risk” to the financial system, a “tipping point” that can happen in the next 5-10 years. Suppose you believe that all our forest fires and floods are the result only of climate change, and might engulf the economy in the next decades. If so, none of the currently advocated policies will do anything about it, especially those implemented by financial regulation. The best the most aggressive climate policies hope to do is to limit the further increase in temperature by 2100.
Natuurlijk moet de economist beginnen met “Ik ben geen klimaatspecialist, maar …“. Maar dat betekent niet dat economisten niets te zeggen zouden hebben over klimaatmaatregelen die vele honderden miljarden gaan kosten.
Een van de economisten die zich de jongste tijd op de kwestie geworpen hebben, is John Cochrane, Senior Fellow aan het Hoover Institution in Stanford, en blogger op The Grumpy Economist.
(Een andere is Nobelprijswinnaar William Nordhaus, wiens zopas uitgekomen boek The Spirit of Green op mijn plank ligt (coming soon)).
Het citaat hierboven komt uit een langere post waarin Cochrane de klimaatmaatregelen van financiële overheden zoals de Amerikaanse Federal Reserve en de Securities and Exchange Commission bekijkt en bekritiseert. In Europa presenteerde de Europese Centrale Bank begin deze maand haar klimaatactieplan.
Vanuit klimaat-alarmistische posities worden maatregelen vaak bekritiseerd omdat ze te weinig zouden doen.
De economist, die maatregelen beoordeelt vanuit een kosten-batenanalyse standpunt, mag de vraag stellen of sommige maatregelen niet te veel doen.
The mantra … that each disaster is the result of climate change does not mean that any currently envisioned climate policy is the best, or even vaguely effective, way to combat the chance of such disasters in our lifetimes. Or those of our great-grandchildren.
De maatregelen die de financiële autoriteiten in de VS en Europa voorstellen, gaan ervan uit dat klimaatverandering een (groot) risico betekent voor het financiële systeem. Maar dat is een fout begrip van risico, probeerde Cochrane duidelijk te maken in zijn getuigenis voor het Amerikaanse Senate Committee on Banking, Housing and Urban Affairs:
Climate change is an important challenge. But climate change poses no measurable risk to the financial system. This emperor has no clothes. “Risk” means unforeseen events. We know exactly where the climate is going over the horizon that financial regulation can contemplate. Weather is risky, but even the biggest floods, hurricanes, and heat waves have essentially no impact on our financial system.
Ook over de bredere impact op de economie werd er volgens Cochrane tot nu toe te weinig (economisch) nagedacht, en worden kosten en baten niet genoeg afgewogen:
How much does climate change actually affect GDP? How much will currently-envisioned climate policies reduce that damage, and thereby raise GDP? As we prepare to spend trillions and trillions of dollars on climate change, this certainly seems like the important question that economists should have good answers for. I’m looking in to what anyone actually knows about these questions. The answer is surprisingly little.
Worst-case scenario’s voorspellen dat de wereldeconomie als gevolg van de klimaatverandering in 2100 tussen 5 en 10 procent kleiner zou zijn. Als we dat zouden kunnen vermijden door nu verstandige (op kosten-batenanalyse gebaseerde) uitgaven te doen, zouden we dat zeker moeten doen. Maar dan moeten we die 5-10 procent krimp afwegen tegen de zowat 160 procent die de wereldeconomie groter zou zijn in 2100 als we nog maar tegen de huidige 2 procent per jaar blijven groeien.
Klimaatmaatregelen zijn een antwoord, maar op welke vraag?
“Hoe kunnen we het lot van de armsten in de wereld verbeteren (bijvoorbeeld in de veronderstelling dat zij disproportioneel zouden getroffen worden door klimaatverandering)?” Dat is toch wel een zeer legitieme vraag. Maar het beste antwoord op deze vraag is: economische groei. En dat wijzen heel wat klimaatactivisten af.
Dan maar de Grote Vraag: “Hoe kunnen we een tipping point vermijden, dat ons naar een wereldvernietigende catastrofe zou leiden?” Dan zegt de economist: OK, maar dan moeten we dat risico (een voorspelbare verandering in klimaat, die zich traag ontwikkelt, in een race met mogelijke technologische oplossingen) eerst afwegen tegenover andere wereldbedreigende risico’s zoals een volgende pandemie, een nucleaire oorlog, of een botsing met een asteroïde.
En vervolgens kan de economist niet anders dan het meest irriterende economische argument bovenhalen. Er is een trade-off. Wat we hier uitgeven, kunnen we daar niet uitgeven.