En het is waterstof.
Zelfs koning Filip en koningin Mathilde worden van stal gehaald om deze week in Oman een samenwerkingsakkoord te bezegelen voor een installatie om met elektriciteit uit wind en zon groene waterstof te maken.
Want België wil zich op de kaart zetten als waterstofland (DS).
Gelukkig dat we vooruitziende overheden hebben die winnaars kunnen kiezen:
Zowel de Vlaamse als de federale regering heeft al strategieën opgesteld om groene waterstof in te passen in onze economie. De federale regering wil waterstof op termijn ook inzetten in gascentrales om perioden zonder zon of wind te overbruggen.
Want er zijn “vele Belgische troeven in race naar groene waterstof“, schrijft De Standaard in een begeleidende commentaar:
Maar vooral illustreert het de nood aan strategische beleidskeuzes in cruciale domeinen als energie. Twintig jaar geleden had de markt alleen de omslag naar offshore windenergie niet kunnen maken, zonder overheid die een wettelijk kader en ondersteunende financiering voorzag.
Geschiedenisles.
Niet veel korter geleden maakten de overheid en experten een gelijkaardige “strategische beleidskeuze in cruciale domeinen als energie”.
Biogas, als dat de toekomst niet was. Groene energie en meteen een deel van het mestoverschot weggewerkt.
In 2012, toen biogas 9 procent uitmaakte van de Vlaamse groenestroomproductie, keek de biogaslobby Biogas-E in haar Voortgangsrapport optimistisch vooruit:
Figuur 2 toont de geplande productie van hernieuwbare energie uit biogas om invulling te geven aan de doelstelling om 13% te halen. In dat geval zou biogas moeten instaan voor 1,600 GWh of ten opzichte van bovenvermelde 8,000 GWh/j of 20% van de totale groene stroomproductie. Wordt het ambitieniveau opgetrokken van 13% naar 20%, zoals de huidige regering ambieert, dan behoeven we een productieniveau van 12,000 GWh.
Even checken in het rapport De Vlaamse Biogassector in 2019:
“In 2019 was de biogassector met 766 GWh goed voor zo’n 9% van de totale groene stroomproductie in Vlaanderen.”
En in datzelfde rapport:
“Helaas moeten we wel vaststellen dat de steun voor nieuwe projecten opnieuw is gedaald, waardoor investeringen in extra productiecapaciteit moeilijk blijven en potentiële investeerders ontmoedigd worden. … Enkel wanneer een duurzaam ondersteuningskader wordt gecreëerd voor de bestaande vergistingscapaciteit in Vlaanderen, en de duurzame valorisatie van minder toegankelijke stromen (GFT, maaisels, oogstresten, etc.) een extra stimulans krijgt zal de biogassector in Vlaanderen verder kunnen groeien.”
Ha ja. Want ondertussen laat de waterstoflobby en -studiegroep Waterstofnet weten: “Vlaanderen maakt 125 miljoen euro vrij voor de ‘waterstof IPCEI’ en de federale overheid mikt op een investering van 95 miljoen euro in een waterstofnetwerk.”
Biogas, waterstof of allebei? Ik heb natuurlijk geen flauw idee. Voortschrijdend inzicht? Wellicht wel.
Maar is de les die we hieruit kunnen trekken ook niet dat de overheid, experten en consultants niet altijd best geplaatst zijn om winnaars te plukken?
Er is daar een kennisprobleem. Want zolang de markt niet speelt, is er geen echte feedbackloop over wat zal werken en wat niet. De feedback in het prille stadium komt in grote mate van experten en consultants zonder skin in the game. (Zie de quote en de link naar het volledige artikel van Bruno Prior, die we hier zaterdag de micro gaven).
Er is ook een incentiveprobleem, dat kan leiden tot onvoorziene en alleszins onbedoelde neveneffecten. Want wie subsidiepotten klaarzet, trekt allerlei volk aan. Diezelfde Standaard die vandaag pleit voor “strategische beleidskeuzes in cruciale domeinen als energie” berichtte enkele weken geleden over een gerechtelijk onderzoek naar onregelmatigheden bij de productie van biogas en de bijhorende subsidies van groenestroomcertificaten.
Opmerkelijk is ook dat pleitbezorgers van een nieuwe technologie bijna altijd schermen met bijkomende werkgelegenheid om de overheid over de brug te trekken.
Biogas-E voorspelt: “Tegen 2030 kunnen er tussen de 5,000 en 10,000 jobs bijkomen, die een boost kunnen geven aan de lokale tewerkstelling.”
En Waterstofnet: “Binnen het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse regering is een project rond waterstof, ingediend door WaterstofNet, goedgekeurd. Het project behelst het uittekenen van roadmaps voor de implementatie van waterstof in Vlaanderen en het ontwikkelen van business-cases voor bijkomende werkgelegenheid en past daarmee volledig in het concept van de ‘Fabriek van de Toekomst’, het hart van het Nieuw Industrieel Beleid.”
Klinkt altijd goed. Maar als het echt gaat over bijkomende werkgelegenheid is het argument economisch kaduuk. Arbeid is een kost. Door te beweren dat je met een nieuwe technologie bijkomende werkgelegenheid creëert, zeg je dat die nieuwe technologie duurder is.
Een scheet in een glas water, if you pardon my French.