*The Dawn of Eurasia. On the Trail of the New World Order*

De voorbije weken gretig en soms met rillingen herlezen. In het jaar van publicatie, 2018, vond ik dat het het boek was dat mijn denken over geopolitiek het meest beïnvloed had. Niet dat er zoveel denken was geweest. Geopolitiek stond niet echt op de radar. En ik was daar niet alleen in, zo zou blijken.

De aanleiding om te herlezen was dubbel: een trip naar Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, zou me naar het grensgebied tussen Europa en Azië brengen; en de recente gebeurtenissen in Oekraïne.

De gebeurtenissen sinds de publicatie van het boek lijken het verhaal van Maçães te hebben ingehaald. Lijken, want, en vandaar de rillingen, het boek leest vandaag vaak met een bijna akelige precisie en detail alsof het een analyse is van de huidige actualiteit.

The Dawn of Eurasia biedt in 2022 duidelijker en scherper nog dan in 2018 broodnodige context voor de grote Veranderingen en Gebeurtenissen die we meemaken. We moeten opletten met hoofdletters, ik weet het. Maar de mate van onzekerheid en vooral de kans op escalatie zijn al lang niet zo groot, zo dicht bij huis en zo complex geweest. De Britse historicus en essayist Adam Tooze, die zijn loopbaan is begonnen met de studie van de Nazi-economie en de Tweede Wereldoorlog, noemde de huidige crisis vorige week in de Financial Times een polycrisis, waarin heel verschillende schokken op elkaar inwerken zodat het geheel erger is dan de som van de delen.

Het boek is een geopolitiek essay in de vorm van een reisverslag, of een reisverslag dat regelmatig halthoudt voor geopolitieke bedenkingen: “I use travel to provide an injection of reality to political, economic and historical analyses.” (p xix) De auteur, de Portugese ex-politicus en essayist Bruno Maçães, verweeft anekdotes met analyses, historische achtergrond met verwijzingen naar literatuur en filosofie, persoonlijke verhalen over politieke besprekingen op hoog niveau met citaten uit interviews met of artikels en toespraken van opiniemakers en politici (de vier pagina’s lange analyse (p 175-179) van een artikel van de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov uit 2016 is bijzonder verhelderend voor een begrip van de Russische motieven voor de oorlog in Oekraïne).

Het resultaat van dat weefwerk is een meeslepend en meesterlijk geschreven verhaal met literaire allures.

Voor de reis die Maçães deed om de historische en culturele grenzen tussen Europa en Azië te verkennen, stelde hij zich twee regels: geen vliegtuigen, en geen planning verder dan de huidige week. De reis duurde uiteindelijk zes maanden en bracht hem van Astrakhan in Rusland tot Khorgas, op de grens tussen China en Kazakhstan, via de langst mogelijke route, met onder meer de Caucasus, Armenië, Iran, Turkije, Azerbaijan, Vladivostok en China.

Het Eurazië dat Maçães ziet opdoemen, is in eerste instantie een historisch begrip. Het doel van zijn reis was te onderzoeken waar geschiedenis, cultuur, geografie, demografie, economie en politiek uit elkaar gegaan zijn en waar en onder welke omstandigheden ze weer kunnen samenkomen.

Seeing [als Staatssecretaris voor Europese Zaken in de Portugese regering in de periode van de eurocrisis, de eerste oorlog met Oekraïne en de aanloop naar Brexit] that so many of the most urgent questions affecting the European Union had to do with the interaction between the two continents and how the management of these interactions called for an enlarged perspective, I started to suspect history was increasingly leading us to a world where the border between Europe and Asia would disappear. The bookshops were full of books about Russia (usually its dangers), China (usually its miracles) and the European Union (usually its crises), but they considered them in isolation. I decided to investigate what you could learn about Russia, China and Europe if you considered them as part of the same system. (p xvii)

Dat system is Eurazië, de grootste landmassa op aarde. Neem er een kaart bij; je zal ze nodig hebben bij het lezen van het boek.

Het vervagen van de grenzen tussen Europa en Azië (waar liggen die trouwens?) en de stroom van goederen, mensen, energie en kennis die daarvan het gevolg is, bieden de context waarin we volgens Maçães de belangrijke en nog onopgeloste crisissen van de jongste tien jaar moeten begrijpen: energieveiligheid, Islamitisch radicalisme, Turkije dat zijn plaats zoekt, de vluchtelingencrisis, problemen met de globale waardeketens, Oekraïne.

The Dawn of Eurasia (2018) is in zekere zin het anti-The-End-of-History (1992) boek. Francis Fukuyama maakte de wereld eenvoudig: de val van de Sovjetunie betekende de universalisering van de westerse liberale democratie als uiteindelijke vorm van bestuur. Geopolitiek werd, in Europa alleszins, nagenoeg overbodig – one could say that geopolitical thinking in Europe is dead, particularly so in Germany (p 234) – of alleszins minder antagonistisch. Het was wachten tot de voormalige Sovjetunie en, waarom niet, China, zouden bezwijken voor de lokroep van de liberale democratie en haar weldaden.

Maçães waarschuwde al in 2018 (en vroeger, als politicus) dat dat een vergissing was.

Zoals voor Rusland: The model for relations between Brussels and Moscow adopted soon after the collapse of the Soviet Union seemed to assume that Russia would gradually converge towards European norms and values. It did not happen. (p 193)

Of voor Iran. Maçães beschrijft een ontmoeting met een Iraanse kunstenares in Teheran die met haar textielkunst een eigen vorm van protest maakt. Wij zien enkele jaren later beelden van protesterende Iraanse vrouwen en besluiten misschien dat zij willen verwestersen. Maar (t)o become modern is no longer equivalent to becoming Western. Talking to young Iranian artists, I learned one important lesson. While they were rebelling against the confined spaces of life in Tehran, they also insisted that they did not want to follow the same path as Europeans or Americans … Western modernity is for them just another form of tradition to be uprooted and overcome. (p 34-35)

Voor Rusland en voor China, elk weliswaar met verwante maar soms tegenstrijdige geopolitieke en economische doelen, is Eurazië de historische en onvermijdelijke fase na de voorbije eeuwen van Europees-Westerse dominantie, waarin (s)tates outside the core were faced with the choice of embracing European ideas and practice [the symbiosis of British commerce and French liberty, p 120] or being overrun by European civilization. (p 119)

Het dramatische effect van het concept van Eurazië als eengemaakte politieke ruimte kan moeilijk overschat worden. We (wij, Westerlingen) moeten afleren de wereld te wringen in categorieën van Europese historische ontwikkeling. Als Eurazië een opkomende politieke ruimte is, zal het er een zijn zonder Europese waarden en normen. Het is op dit ogenblik zelfs moeilijk te zien welke waarden en normen er dan wel zullen gelden. Voorlopig alleszins weinig of geen.

Net zomin zijn er al regels of organisatie voor die politieke ruimte. China, Rusland en, in mindere mate de Europese Unie, doen inspanningen. Maar “(t)he question of our time is how this unified space should be organized.” (p 9)

Dat was 2018. Ondertussen hebben we de (tweede) oorlog in Oekraïne, de energiecrisis die ermee samenhangt (en die in The Dawn of Eurasia al tot in detail wordt uitgetekend), en de oplopende spanning tussen China en de VS.

In een recente column voorspelt Maçães a world of intense geopolitical rivalry; a world without rules. The End of History lijkt heel veraf.

De prangende vraag, voor ons althans, is dan waar en hoe de Europese Unie zich in die nieuwe geopolitieke arena moet situeren. Nadat China (Chinese Dreams), Rusland (Russia Turns East) en Turkije (Eurasia Tunnel, met Turkije als het stuk op het schaakbord dat het meest mobiel is; het kan zoveel vakjes bewegen als het wil in welke richting ook, West, Oost, Noord, Zuid) aparte hoofdstukken hebben gekregen – elk op zich verplichte lectuur voor wie wil meepraten over geopolitiek en, zeg maar, Oekraïne – sluit het boek af met een hoofdstuk over de Europese Unie: The European Peninsula.

Neem een kaart. Wordt West-Europa als schiereiland van Eurazië een aanhangsel? Daarvoor is haar economische macht te groot. Rusland en China (en Turkije, Iran …) kunnen niet anders dan rekening houden met Europa. Maar hoe vertaalt die economische macht zich in politieke invloed?

Maçães heeft de Europese besluitvorming van binnenuit meegemaakt. Zijn oordeel is redelijk cassant. “The European Union is not meant to make political decisions. What it tries to do is develop a system of rules to be applied more or less autonomously to a highly complex political and social reality.” (p 228)

De EU is een algoritme, of een computer. Hij illustreert het met een ingewikkelde rekensom voor het herlocatiemechanisme van vluchtelingen die de uitkomst was van een Europese top in 2015 en waarmee de EU het vluchtelingenprobleem hoopte op te lossen. Dat was een algoritme, geen politieke besluitvorming.

De metafoor over de EU als een algoritme of een computer is krachtig. Het algoritme werkt naar behoren zolang de interne regels van het systeem dezelfde blijven en, dat is al wat moeilijker, zolang externe factoren ingecalculeerd waren. Maar wat als we, zoals Maçães beweert, in toenemende mate in een no rules wereld leven? Of als we ontdekken dat de regels die we intern hanteren, extern niet gelden?

De typisch Europese reactie maakte hij mee in een discussie met Duitse topambtenaren over Eurazië, die hij uitgebreid beschrijft. “Je kan de Chinese en Russische expansiedrang niet beantwoorden met een regel,” werpt hij hen voor. “Maar onze beschaving is gebouwd op regels,” is de reactie van de Duitse ambtenaren. “Dat is waar we voor staan.”

“Akkoord,” zegt Maçães. Maar “(t)he problem with the European Union is that it seems to assume that there is a neutral framework of rules, whereas the real issue is which rules will prevail, an issue that no rule can decide.” (p 235-236)

De uitweg die hij hen probeert aan te praten, is Eurazië als een krachtenveld, waarin enkel politieke macht en invloed de economische en politieke richting zullen bepalen. In plaats van de European way of doing things – co-operate, link, connect, all these verbs – bepleit Maçães een meer strategische en dus competitieve aanpak. We moeten meer denken in termen van politieke macht en invloed, van geopolitieke strategie dus, en minder in termen van (onze!) regels. (p 235)

Dat betekent evenwel geen terugkeer naar het oude Europese dominantiedenken, maar een realisatie dat Europa een van de polen in het multipolaire Euraziatische krachtenveld moet worden. “It [Europe] must learn to project its influence eastwards, not as the prophet of a world civilization, but as a Eurasian power.” (p 241)

Waarom? Omdat er anders niet veel meer te doen is.

In een typische gedachtenkronkel, die leidt van de realisatie dat hij zijn gsm-klok niet heeft aangepast aan een recente Turkse regeringsbeslissing die het Turkse uur dichter bij Moskou en verder van Brussel bracht, en dat hij daardoor te laat kwam op een interview met een Turkse opiniemaker, over inzichten van Hegel, Mill en Nietzsche over tijd en geschiedenis, landt Maçães op een filosofisch-historische vaststelling over Europa, die zeker ook een psychologische diagnose is.

The main problem of those who come first [Europa dus] is that they reach the end of their time before everyone else, and Europe began soon to look with thinly disguised envy at those who still had a great task ahead of them, while Europeans, having completed it, had nothing left to do. (p 224)

De computermetafoor geeft ook context aan Brexit, dat zich afspeelde terwijl het boek geschreven werd. Take Back Control, de buitengewoon krachtige slogan waarmee het Leave kamp het referendum won, was alsof enkele passagiers van een autonoom computergestuurd voertuig plots beslisten het stuur over te nemen. Een interne bug. Remain antwoordde met economische argumenten: de EU was de beste deal. Maar was dat wel zo? “Was anyone actually testing and evaluating EU economic policy? And if so, could we trust them to do the right thing? These were valid concerns.“(p 231)

Maçães was de vergadering met de Duitse ambtenaren gestart met vier redenen waarom de EU een Euraziatisch perspectief en plan moest hebben: Rusland en China hebben er een; bijna alle vraagstukken en problemen waar we vandaag en de komende jaren mee te maken gaan hebben, situeren zich in het politiek, economisch en geografisch grensgebied tussen Europa en Azië; zowat alle oorlogen sinds 1815 hebben zich afgespeeld in betwiste grensgebieden tussen de twee continenten; en, last but not least, om de krachten van desintegratie in Europa zelf te bestrijden.

“The EU needs to become a stronger political agent, not in order to fulfil a moral or historical commandment, but in order to perform the tasks which the future will call for: to extend its influence outside its boundaries, manage the flows across the borderlands and work for a peaceful future in greater Eurasia.” (p 242)

BONUS1: Het interview met Maçães in de onvolprezen reeks Conversations with Tyler. In het interview (uit 2018) krijg je, zoals in het boek, een idee van de heel brede interesse en eruditie van Maçães.

Een beeld uit dat interview is blijven hangen sinds ik het las:

If it [Europa] stagnates, if it continues to stagnate, if people all over the world, if the tourists arriving from China suddenly are the ones filling up the restaurants in Paris, and young French men and women are serving them at the tables, this is not exactly the European dream, but it’s, of course, a very serious possibility now.

Over Georgië:

COWEN: Are there any countries on the western frontier of Russia that you would be bullish about?
MAÇÃES: I think, perhaps, Georgia. I don’t see the same destructive impetus coming from Moscow in relation to Georgia as it is in relation to Ukraine, probably because Georgia also didn’t attempt to become an anti-Russian bulwark on the borders of Europe.
I think they’ve been able to build an interesting experiment there of a country that is increasingly connected to Europe, not breaking with Russia, increasingly connected with China. For my book, it’s a very interesting country.

BONUS2: Maçães heeft een Substack. De meeste artikels zijn afgesloten voor niet-abonnees. Kost 40 dollar per jaar. Hij publiceert onregelmatig, tussen een en vier keer per maand. Op Twitter levert hij scherpe commentaren over de oorlog in Oekraïne.


1 Comment *The Dawn of Eurasia. On the Trail of the New World Order*

  1. Pingback: En waarom niet: Wenen als Europese hoofdstad - Reluctant Economist

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *