Nobelprijs Economie: een prijs voor een onvolwassen wetenschap

David Card (de ene helft) en Joshua Angrist en Guido Imbens (de andere helft) wonnen dinsdag de Nobelprijs Economie.

Card kreeg de prijs voor zijn “empirisch bijdragen aan arbeidseconomie”; Angrist en Imbens voor hun “methodologische bijdragen aan de analyse van causale verbanden”.

De persmededeling van het Nobelcomitee vat het goed samen.

Marginal Revolution geeft, zoals gewoonlijk, een goede samenvatting en de juiste links.

Hier is ook een heldere samenvatting van de bijdrage, en daaropvolgende controverse, van Card.

De methodologie om “natuurlijke experimenten” te gebruiken voor de analyse van causale verbanden is eigenlijk gemeenschappelijk aan de vernieuwingen die de drie winnaars hebben bijgebracht.

Card heeft die methodologie onder meer toegepast in een baanbrekend artikel (samen met wijlen Alan Krueger) over het effect van een verhoging van het minimumloon op de werkgelegenheid. Standaard economische theorie zegt dat een verhoging van het minimumloon zou leiden naar een lagere werkgelegenheid. Card en Krueger (1994) gebruikten een “natuurlijk experiment” – twee staten, een waar het minimumloon niet verhoogd werd; de andere waar dat loon wel verhoogd werd – om aan te tonen dat het effect op de werkgelegenheid niet negatief was.

Card gebruikte dezelfde methodologie – de plotse toevloed van Cubaanse migranten in Miami in 1980 in de zogenaamde Mariel boatlift – om aan te tonen dat die plotse uitbreiding van het arbeidsaanbod geen neerwaarts effect had op de lonen. Adam Tooze vertelt het verhaal van dit onderzoek en de controverse die erop volgde.

Angrist en Krueger (1991) gebruikten een gelijkaardige methodologie met natuurlijke experimenten om bijvoorbeeld het effect van scholing op inkomsten te onderzoeken.

Zoals Alex Tabarrok van Marginal Revolution het zegt: de methode van de drie Nobelwinnaars lijkt vandaag evident, ook in de manier waarop de algemene pers bericht over economisch onderzoek, maar was destijds baanbrekend en briljant. Economisten die na hen kwamen, hebben misschien niet de conclusies, maar wel de methodes overgenomen als de standaard. En dat is een verdienste die tot de Nobelprijs leidt.

Petite histoire: Imbens is de derde Nederlander die de Nobelprijs Economie wint, na Jan Tinbergen in 1969 en Tjalling Koopmans in 1975. Imbens is gehuwd met Susan Athey, die in 2007 de John Bates Clark Medal won, vaak een voorspeller van een latere Nobelprijs. Medewinnaar Joshua Angrist was de getuige op hun huwelijk.

Wat deze Nobelprijs alleszins ook toont – eens te meer – is hoe onvolwassen de economische wetenschap is.

De conclusies van Card en Krueger uit 1994 – dat een verhoging van het minimumloon niet noodzakelijk leidt tot hogere werkloosheid – worden nog altijd hevig bediscussieerd en in twijfel getrokken. Voor alvast een economist was de Nobelprijs voorwaar een illustratie hoe economie is verworden tot socialistische propaganda.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *