*‘Something Was Badly Wrong’: When Washington Realized Russia Was Actually Invading Ukraine*

Dit, dames en heren, is journalistiek. Na gesprekken met zowat alle sleutelfiguren in de Amerikaanse en Europese regeringen die rechtstreeks betrokken waren in de aanloop naar de oorlog in Oekraïne, maakte Politico een van de knapste stukken journalistiek die ik tot nu toe gelezen heb over het conflict.

Wat was de journalistieke uitdaging?

Vier van je knapste buitenlandreporters, Erin Banco, Lara Seligman, Nahal Toosi and Alexander Ward, doen in de aanloop naar de oorlog tientallen gesprekken met alle sleutelfiguren, vooral in de Amerikaanse regering, maar ook daarbuiten. Je verzamelt tonnen materiaal over een verhaal dat de hele wereldpers al een jaar lang dag aan dag brengt. Als er uit de interviews echte primeurs kwamen, of smoking guns, dan heb je die al gebracht in je dagelijkse berichtgeving. Toch voel je dat er, een jaar na het uitbreken van de oorlog, en twee jaar nadat de tekenen duidelijk werden, nood is aan een gedetailleerde recap. Je weet dat er in dezelfde week honderden van die recaps zullen verschijnen.

De voor de hand liggende journalistieke reflex is dan om bij de eerste verjaardag een van de vele samenvattende verhalen en analyses te schrijven, waar je wellicht wat conclusies aan toevoegt.

Politico deed het anders. De vier journalisten distilleerden 374 quotes (ja, ik heb ze geteld) uit de tientallen interviews. Samen met een externe journalist en schrijver, Garrett Graff, schikten ze die quotes chronologisch in twaalf hoofdstukken, van I. The Buildup on the Border. ‘Something Was Badly Wrong’ tot XII. Collective Resolve. ‘A Long, Grinding Fight’.

In plaats van te proberen de zoveelste terugblik of analyse te maken waar je hier en daar een van de quotes aan toevoegt, beslis je gewoon de 374 quotes na elkaar te geven. Zonder commentaar; zonder tussenteksten. Enkel een collectie sterke foto’s om het verhaal te ritmeren.

Het resultaat van deze supersimpele format-ingreep is dus de beste terugblik op de voorbije twee jaar die ik gelezen heb. Zelden werd de typering van journalistiek als first rough draft of history door toenmalig voorzitter en uitgever Philip L. Graham van de Washington Post zo belichaamd als hier. En wees gerust, hoewel je het (voorlopige) einde kent, leest de aaneenschakeling van citaten als een trein.

Politico, opgericht in 2007 en sinds 2021 eigendom van de Duitse mediagroep Axel Springer, bevestigt hiermee zijn reputatie als een van de publicaties die door de combinatie van klassiek journalistiek toptalent, de durf om te innoveren met formats en tone-of-voice die verder gaan dan het klassieke artikel, en nieuws op internetritme aan de top staan van de hedendaagse journalistiek.

De reportage Un président, l’Europe et la guerre van de Franse documentairemaker Guy Lagache, die deze week vrijdag nog eens op Canvas te zien was, komt zeker in de buurt qua first rough draft of history. Maar ze haalt haar kracht toch vooral uit de embedding van de journalist, die wekenlang de toestemming kreeg om in de buurt van president Macron rond te hangen. Ook terwijl hij met Poetin belt.

Lees vooral de hele Politico-reportage. En bekijk de Franse documentaire.

Een van de dingen uit de Politico-reportage die bij mij zijn blijven hangen (nogmaals: geen primeurs of smoking guns), is hoe belangrijk en complex de rol van communicatie is geweest:

De beslissing van de Amerikanen om een groot deel van hun intelligence over de voorbereidingen door Rusland vrij te geven, zowel aan het publiek als aan de bondgenoten, was heel weloverwogen en is zeer zorgvuldig uitgevoerd. Het doel van de beslissing was tweeërlei: enerzijds bondgenoten overtuigen dat dit écht verder ging dan militaire oefeningen. Dat was nodig, want tot op het laatste bleven de Europese leiders geloven dat Poetin niet zou binnenvallen.

Anderzijds was het een communicatiestrategie naar het grote publiek en de bondgenoten om Poetins narratief en false flags te counteren: beating Putin’s lie to the punch. De zorgvuldigheid was natuurlijk ingegeven door bezorgdheid over het prijsgeven van bronnen; ze vergde heel intense communicatie tussen verschillende overheidsdiensten over wat wel en niet kon worden prijsgegeven.

Dit gebeurde tegen een achtergrond waarin de Amerikanen wel degelijk beseften dat ze met de imago-erfenis zaten van de valse getuigenis over Iraakse massavernietingswapens door toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell negentien jaar geleden voor de VN Veiligheidsraad. Wat als ze deze keer weer fout zaten?

Iemand uit de regering Bush die er destijds bij was, sms’te Derek Chollet, adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, met een duidelijke verwijzing naar het Powell-debacle: “I really hope you guys are right. I’m just worried about the damage to U.S. credibility if you’re wrong about this invasion.”

Antwoordde Cholet: “This is one time I really want to be wrong, but I don’t think I am. But I would take the hit to our reputation if I were wrong.”

De nieuwe communicatiestrategie van de Amerikanen was ook ingegeven door wat achteraf gezien een minder goede strategie was gebleken in de communicatie over de inval van Rusland in de Krim in 2014.

Waar ik zelf nog onvoldoende bij had stilgestaan, is de rol van veranderde communicatiemiddelen en -omgeving. Woordvoerder Emily Horne van de Nationale Veiligheidsraad van het Witte Huis ziet drie low-tech veranderingen met een grote impact. Satellietbeelden waren in 2014 nog classified spionagemateriaal. In 2021-2022 kon iedereen met internettoegang de opbouw aan de grens met Oekraïne quasi-live volgen. De explosie in burgerjournalistiek maakte ook dat mensen in Oekraïne en elders live hun waarnemingen doorstuurden naar de rest van de wereld. Een derde verandering tegenover 2014 is dat het publiek, met wat in de jaren sindsdien gebeurd is, echt wel vertrouwd is geraakt met (en deels gewapend tegen) de termen en de werking van desinformatie en misinformatie.

Een vraag waar ik mee zit en waarover ik nog niet veel had gelezen: hoe komt het dat Rusland, met al zijn cybercapaciteiten, er blijkbaar niet in geslaagd is Oekraïne digitaal plat te leggen?

Een deel van het antwoord, maar zeker niet de volledige toedracht, komt uit een quote van generaal Paul Nakasone, directeur van de National Security Agency en bevelhebber van de U.S. Cyber Command:

We sent a [U.S. Cyber Command] team forward, and they land in Kyiv on the fourth of December [2021]. Within a day or two, the leader calls back, and she tells my Cyber National Mission Force commander, her boss, “We’re not coming home for a while. In fact, send more people.” We sent our largest “hunt forward” package into Kyiv. That stays there for a little over 70 days.

Slotconclusies, buiten de bewondering voor het journalistiek huzarenstuk:

  • Je kan moeilijk anders dan bewondering hebben voor de grondigheid, het organisatietalent, en de drive waarmee de Amerikanen dit hebben aangepakt. Tot spijt van wie het benijdt of er graag schamper over doet.
  • Hebben wij in Europa, nationaal of op EU-vlak, een gelijkaardige grondigheid, organisatietalent, of drive? Ik weet het eerlijk niet. Er zijn tekenen dat het EU-niveau in deze crisis een rol heeft gespeeld die het tot nu toe nog niet had gespeeld.
    Het Belgische Cyber Command werd pas vorig jaar oktober opgericht als onderdeel van het leger. Het Amerikaanse Cyber Command bestaat als sinds 2009 als onderdeel van het National Security Agency en sinds 2017 als aparte divisie in het Amerikaanse leger.
  • Als burger vraag je je, soms ongerust, af hoe belangrijke beslissingen in belangrijke zaken worden genomen. Net zoals Un président, l’Europe et la guerre geeft het stukje oral history van Politico daar een unieke inkijk in. Op een of andere manier blijf ik achter met een geruster gevoel dan tevoren.
  • Er is één zekerheid: nooit krijgen we een gelijkaardig verhaal te lezen over hoe het er in de voorbije twee jaren aan toe is gegaan aan de top van de Russische regering.

Maar lees dus vooral het hele ding.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *