De Britse filosoof John Sand merkt op dat er in Coronatijden een nieuwe socio-economische kloof ontstaat tussen mensen die sowieso hun job en inkomen behouden en mensen wier jobs en inkomens bedreigd worden door lockdowns en andere maatregelen.
De kloof is relevant omdat de mensen die beslissingen nemen over sociale en economische leefomstandigheden net die mensen zijn die niets te verliezen hebben, die geen “skin in the game” hebben.
Corona biedt een gelegenheid om na te denken over de impact van technocraten en politici op ons leven, omdat het de verhoudingen scherp stelt. Maar natuurlijk is de kloof die Sand meent te hebben ontdekt niet nieuw.
Public Choice theorie wijst erop dat we er, realistisch gezien en op zijn zachtst gezegd, van moeten uitgaan dat overheidsinterventies (geïnformeerd door adviezen van technocraten) niet altijd optimaal en volgens het handboek zullen uitdraaien.
Een goede uitkomst is de bovengrens van wat we kunnen verwachten. De realiteit ligt daar meestal onder. Maar, zeker in speciale omstandigheden, bestaat het gevaar dat technocraten dat uit het oog verliezen en dat hun appetijt voor social engineering aangescherpt wordt.
Een van de redenen, de epistemologische, waarom social engineering bijna altijd suboptimaal zal zijn, is dat technocraten en politici samen nooit over de informatie zullen beschikken die de markt op een zeer verspreide manier wel geeft. Het gevolg is dat “The possibility of acting intelligently is very limited; and any other action will probably have results more bad than good, if not disastrous.” (Frank Knight)
De andere, motivationele, reden, waar Sand op wijst, is het gebrek aan “skin in the game“.
Ik vind dat gebrek aan skin in the game ook vaak terug bij journalisten.
Zo in Het Journaal op woensdag 23 september, waarin het anker per se, tot twee keer toe van minister Muylle wilde weten of de veiligheidsraad in zijn beslissing over versoepeling voor de feestzalen niet gezwicht was “onder druk van bepaalde sectoren”. Alsof ze een samenzweringstheorie op het spoor was.
Wat had ze gedacht? Natuurlijk dat “bepaalde sectoren” druk uitoefenen. Die mensen zijn failliet aan het gaan.