Leesvoer over Corporate Social Responsibility

Drie porties leesvoer over Corporate Social Responsibility (CSR), of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en stakeholder theory. Mijn gedacht: zie eerdere posts (en 3 en 4).

Editorial over de augustus 2019 Business Roundtable Statement

In een editorial in The Journal of Management, On the 2019 Business Roundtable “Statement on the Purpose of a Corporation” (open versie), bespreken Jeffrey Harrison, Robert Phillips en Edward Freeman de achtergrond en de mogelijke impact van de Statement on the Purpose of a Corporation.

In die Statement, gepubliceerd in augustus 2019, verklaarden 183 Amerikaanse bedrijfsleiders van de Business Roundtable dat bedrijven de belangen van al hun stakeholders moesten dienen. De Statement is een radicale ommekeer tegenover de shareholder primacy, die decennialang het devies was van bedrijfsleiders en economisten. Shareholder primacy stelde, in de provocerende woorden van Milton Friedman, dat the Social Responsibility of Business is to Increase its Profits.

De auteurs van het editorial argumenteren dat de Statement een belangrijk signaal is, dat ideeën versterkt die al enige tijd momentum hadden.

In hun kort overzicht van praktische implicaties voor management geven de auteurs aan dat de belangrijkste taak voor stakeholder theory is om volledige, multidimensionele en betrouwbare maatstaven te vinden om bedrijfs- en managementprestaties in een stakeholderomgeving te beoordelen.

Ze geven meteen ook toe dat “much work remains in deriving and validating these measures.”

Winst, als ultieme maatstaf in shareholder primacy, zo moeten ze toegeven, is uiteindelijk “easy to explain, easy to measure, and presumably justifiable on moral, legal, and economic grounds.”

De auteurs merken ook zuinig op dat “the Statement leaves open the question of its implementation, asserting in preface that “each of our individual companies serves its own corporate purpose“.”

Een interessante bedenking, die de auteurs niet staven maar veronderstellen, is dat de Statement wel zal nagelezen zijn door de juridische departementen van de 183 bedrijven. Ze ondergraven daarmee een van de belangrijkste bezwaren tegen CSR en stakeholder theory, dat deze aanpak niet strookt met het juridische kader waarin managers en bedrijven moeten werken.

Critics who continue to pronounce an opposition between stakeholder management and fiduciary duties [onder meer Joseph Heath, zie hieronder] now find themselves opposed to scores of front-line corporate law experts.”

Joseph Heath

In de literatuur die Harrison et al. aanhalen ontbreekt onbegrijpelijk de Canadese filosoof Joseph Heath.

In The Contribution of Economics to Business Ethics, een hoofdstuk uit de Routledge Companion to Business Ethics (2018) geeft Heath een indrukwekkend helikopteroverzicht van 300 jaar worsteling tussen economie en (business) ethiek. Het is een academisch stuk maar, zoals steeds bij Heath, zeer goed en spits geschreven.

Het uitgangspunt van zijn historisch overzicht is dat de louterende rol van de economische wetenschap in de discussie met Business Ethics steeds die van de filosofische scepticus is geweest.

Economisten, zo stelt Heath, hebben geprobeerd business ethici te behoeden voor “any sort of naive application of standard philosophical ethical theories in the context of marketplace interactions … resting content with merely conventional or dogmatic convictions.”

De “context of marketplace interactions” is die waarin bedrijven competitief en winstmaximaliserend moeten handelen opdat het prijssysteem zou kunnen werken. In de collectie essays Morality, Competition, and the Firm: The Market Failures Approach to Business Ethics (2014) ontvouwt Heath een zeer stevige redenering om dit te onderbouwen.

Nu, het klinkt natuurlijk nogal pretentieus om te beweren dat economisten business ethici behoeden voor naïeve redeneringen. En dat is het ook, geeft Heath toe. “There is a tendency among economists to think of business ethicists as simply people who did not understand modern economics very well.” Maar “in fairness, it should be acknowledged that there has never been any shortage of business ethicists who fit the description.”

Heath beschrijft dan hoe economisten in de jaren 1980 en 1990 door een periode van nederig zelfonderzoek zijn gegaan (die tot op vandaag voortduurt) waarin ze erkenden dat hun model van menselijk en rationeel handelen op haar limieten botste.

De homo economicus, zo werd theoretisch en empirisch aangetoond in die periode, handelde niet alleen puur rationeel en uit eigenbelang, maar was wel degelijk in staat en zelfs geneigd morele overwegingen te laten meespelen in zijn (economische) beslissingen.

Die nieuwe nederigheid heeft een vruchtbaarder samenwerking mogelijk gemaakt tussen economisten en business ethici.

Het is, volgens mij, Heath zelf die de voorlopige kroon op die nieuwe samenwerking zette, met zijn (beetje onhandig getitelde) Market Failures Approach to Business Ethics.

In die aanpak blijft Heath CSR afwijzen als (onder meer) onpraktisch. Business ethiek is eerder een governance mechanisme dat de bestaande juridische marktstructuur aanvult en dat intern, binnen bedrijven, als een soort lijm dient die de organisatie samenhoudt.

Heath besluit met de oproep:

To the extent that business ethicists are interested in the consequences of our actions, then they obviously cannot afford to ignore the teachings of economists. The only way to engage in moral assessment of actions is to understand them in their context, and in the case of market behavior, it is economics that provides our understanding of this context.

Coinbase

Tussen al die theoretische debatten, en als tegengewicht tegen het wat holle Statement van de Business Roundtable, was de blogpost die Brian Armstrong, oprichter en CEO van de financiële innovator Coinbase, einde september publiceerde een verademing.

In de blogpost, die in de eerste plaats gericht is tot de werknemers van Coinbase, herhaalt Armstrong eigenlijk het devies van Friedman en zet hij nuchter nog eens de puntjes op de i.

Hij beseft dat ook onder zijn werknemers onzekerheid heerst over de politieke situatie in de VS en dat sommigen onder hen vinden dat het bedrijf als bedrijf standpunten moet innemen in het debat, zoals veel Amerikaanse bedrijven en organisaties onder interne en externe druk doen.

Everyone is asking the question about how companies should engage in broader societal issues during these difficult times, while keeping their teams united and focused on the mission.”

Zijn antwoord is klaar en duidelijk: “In short, I want Coinbase to be laser focused on achieving its mission, because I believe that this is the way that we can have the biggest impact on the world.”

En dat betekent: “focusing on what we have in common, not where we disagree, especially when it’s unrelated to our work.”

Armstrong maakt het ook concreet. “We focus minimally on causes not directly related to the mission.” En hij noemt op, voor wie het nog niet begrepen zou hebben: Policy decisions; Non-profit work (We shouldn’t ever shy away from making profit, because with more resources we can have a greater impact on the world); Broader societal issues; Political causes.

Hij geeft twee simpele argumenten: “Even if we all agree something is a problem, we may not all agree on the solution” en “Impact only comes with focus.”

In een Amerika dat gebukt gaat onder de dwang van politieke supercorrectheid is de boodschap van Armstrong aan zijn werknemers een heel moedig statement dat ook, impliciet, de hypocrisie van CSR-bedrijven aan de kaak stelt.


1 Comment Leesvoer over Corporate Social Responsibility

  1. Pingback: Donderdagse gevarieerde links - Reluctant Economist

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *