Neutraliteit zit in het Oostenrijkse DNA. Als neutraal land werd het rijk en vreedzaam. In Wenen, dat dichter bij de Oekraïense dan bij de Zwitserse grens ligt, vreest men dat de bloedige historie terugkomt als het land zijn neutraliteit opgeeft. Dus blijft men aardig doen tegen Rusland.
Zo schrijft journalist en Europaspecialist Caroline de Gruyter in een achtergrondstuk in De Standaard en het NRC. Ze brengt er de ondergerapporteerde rol van Oostenrijk in het Rusland-Oekraïne-EU-VS conflict onder de aandacht (ander goed artikel van de Gruyter hierover; en hier).
De aanleiding voor het artikel, onder de door de Financial Times geïnspireerde titel “Oostenrijk is nog altijd het Russische ‘vliegdekschip’ in Europa“, is een gerechtelijk onderzoek in Oostenrijk naar spionageactiviteiten van een Griek, met Russische vader, die in Wenen woont. Hoewel Wenen wemelt van de Russische spionnen, zijn zo’n onderzoeken zeldzaam in Oostenrijk, schrijft de Gruyter. “‘Je trapt de Russische beer niet op zijn staart’, luidt een populair Oostenrijks gezegde.”
Oostenrijk is geen lid van de NATO (wisten we dat?). Het Oostenrijks staatsverdrag en de grondwet verbieden het land lid te worden van militaire allianties en om buitenlandse militaire basissen op zijn grondgebied toe te laten. Het durfde ook pas in 1995, na de ineenstorting van de Sovjetunie, lid worden van de Europese Unie.
Na de inval van Rusland in Oekraïne pleitten vijftig prominente Oostenrijkers voor een discussie over de neutraliteit en toetreding tot de NATO, in navolging van Zweden en Finland, maar de grote meerderheid van de Oostenrijkers is daar tegen. Veel Oostenrijkers hebben wat Rusland althans zou bestempelen als een gezond Anti-Amerikanisme (minder dan de Belgen, weliswaar).
Men kan die houding van Oostenrijk dubbelzinnig noemen, en onvoldoende solidair met de rest van de EU. Maar er zit ook een opportuniteit in.
Nu het centrum van Europa meer naar het Oosten verschuift, nu Europa zijn plaats zoekt in het nieuwe Eurazië, nu we een uitweg zoeken uit de Rusland-Oekraïne crisis: Wordt het geen tijd, beste Europeanen, om te overwegen de Europese hoofdstad in Wenen te vestigen?
Het idee van Wenen als Europese hoofdstad is niet nieuw natuurlijk. Hendrik Brugmans (1906-1997), een van de grote intellectuele leiders van de Europese beweging en rector van het Europacollege in Brugge tussen 1950 en 1972, opperde het lang geleden al in een van zijn boeken (referentie gezocht maar niet gevonden).
Senior writer Marc Reynebeau van De Standaard bracht in een recente column naar aanleiding van het overlijden van de Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger nog in herinnering hoe Enzensberger en anderen droomden van Mitteleuropa, “een idee als vaderland”. Mitteleuropa is geen politiek of territoriaal, maar een intellectueel construct, “het product van geopolitieke ironie en poëtische verbeelding, een verbeeld cultureel vaderland, een idee dat onderdak kon geven aan de droom van dat nieuwe Europa“. En met als enige logische hoofdstad Wenen.
Wat heeft Wenen dat Brussel niet heeft? Goh, is het nodig die vraag te beantwoorden? Wenen ademt Europese geschiedenis door al zijn poriën zoals Brussel het nooit door zijn neusgaten zal ademen. Het heeft een heel lange traditie in Europese diplomatie. Het herbergt niet óók het hoofdkwartier van de NATO. Het is, euh …, charmanter en properder dan Brussel (Conner Rousseau zou er zich thuis voelen). Het heeft een rijker cultureel verleden, maar ook een interessante hedendaagse scene.
In 2022 werd de stad voor de derde keer op rij nummer één in de Global Liveability Index van The Economist Intelligence Unit.
En ze ligt dus geografisch meer centraal in het evoluerende Europa.
In een diplomatiek gedachtenexperiment, eerder een fantasie in een parallel universum, kan men zich voorstellen dat de verhuis van de EU-hoofdstad van Brussel naar het neutralere Wenen deel zou uitmaken van een alomvattende vredesdeal tussen Rusland, de EU en de VS.
Al googlend naar “Vienna” en “capital of Europe” kwam ik deze bizarre kaart tegen:
De auteur is een anonieme P.A.M. Hij maakte de kaart in 1920, als reactie op het Verdrag van Versailles. Het idee was om Europa in te delen als 24 spiën van een taart. De spiën zouden samenkomen in de Stephansdom in Wenen, dat zou herdoopt worden in Sankt Stephan en de hoofdstad van de Unie zou worden.